De Londense jaren
12
MEMORIAEL
brief waarin hij zijn aanstelling in Londen aanvaardde de Nederlandstalige gemeen
te in Londen 'een rechte Moederkercke, aan welke wij alle sonderlinge verplicht
>14
sijn
Thielenus was een aanhanger van het puritanisme, een piëtistische stroming die
in Engeland was opgekomen in het laatste kwart van de zestiende eeuw en in de
Republiek vooral door de geschriften van Willem Teelinck bekend werd. Hun aan
hangers streefden naar een innerlijke beleving van de kerkelijke leer met in achtne
ming van de kerkelijke tucht. In Zeeland was deze groepering tot een waar bolwerk
uitgegroeid. Niet voor niets zijn meerdere theologen uit Zeeland predikant geweest
in de Londense Austin Friarskerk. In de periode dat Thielenus hier samen met
Ambrosius Regemorter en Johannes Regius - in 1628 opgevolgd door Timotheüs
van Vleteren voorging, leidde de gemeente een bloeiend bestaan. Het ledental
nam toe, de predicaties waren volgens tijdgenoten 'geleert, crachtigh en aendrin-
gende', de catechisatie van de jeugd werd met kracht ter hand genomen.15 Wel
veranderde het karakter van de kerk. Steeds meer werd de Austin Friars een kerk
voor gegoede buitenlanders.
Het memoriaal van Maria de Fraeye fungeerde in de Londense jaren als aanteken
boekje voor de belangrijkste familiegebeurtenissen. Navier maanden in huis te zijn
geweest bij 'Sr. Monsi' verhuisden Maria en Willem Thielenus naar een eigen huis
in Great St. Helens. Hier werd hun oudste dochter Maria op 6 september 1626
geboren.16 Hun tweede kind, een zoon genaamd Johannes zag hier op 29 december
1627 het levenslicht. Het is deze zoon van Willem Thielenus en Maria de Fraeye,
die later als predikant een grote rol zou spelen in de felle kerkstrijd tussen voetianen
en coccejanen. Ook hun derde kind, Sara werd in Great St. Helens geboren en wel
op 21 juli 1630.
De banden met het thuisfront werden in deze jaren zeker niet verbroken. Thielenus
kwam niet alleen voor zijn huwelijk in het najaar van 1625 naar Middelburg, ook
in augustus 1629 bezocht hij Zeeland. Tijdens die zomerse reis, waarin hij onge
twijfeld zijn bejaarde ouders heeft opgezocht, was hij tevergeefs op zoek naar een
nieuwe schoolmeester voor zijn Londense gemeente.17 De voorspoedige Londense
jaren kwamen echter snel ten einde. In de zomer van 1630 werd Willem Thielenus
door ziekte geveld en was hij gedwongen zijn activiteiten in de Austin Friarskerk
te beëindigen. Hem werd door de gemeente het emeritaat verleend. Een opvol
ger werd gezocht en gevonden in de Koudekerkse predikant, Jeremias van Laren
die in januari 1632 in Londen aankwam.18 Slechts enkele jaren had Thielenus de
gemeente in Londen kunnen dienen.
Willems ziekte was mogelijk de aanleiding tot de verhuizing in maart 1631 naar
Hackney, waar hun vierde kind, Josina, op 5 april 1632 werd geboren. Waar Thie
lenus precies aan leed, is niet bekend. Zijn ziekte lijkt in deze jaren goede en kwade
perioden te hebben gekend. Zo schreef Maria in haar memoriaal dat de doop van
Josina acht dagen moest worden uitgesteld omdat haar man ziek was.19 Twee jaar
later verhuisden Willem en Maria voor de derde keer, nu naar Moorfields bij Lon
den. Ook hier werd een kind, Wilhelmus geboren en wel op 15 juli 1634.