MEMOR1AEL
13
Doopgeschenken
Alle kinderen die in de Londense jaren ter wereld kwamen, werden in de Austin
Friarskerk gedoopt. De eerste vier door 'cosijn Ambrosius' - Ambrosius Regemor-
ter, vanaf 1608 predikant in Londen het laatste kind door dominee Thimotheus
van Vleteren.20 Bij de vermelding van hun geboorten werden in het memoriaal
steeds de naam van het huis waar de kinderen waren geboren en de dag van de
doopplechtigheid aangegeven. Ook noteerde Maria welke doopgeschenken (pil-
legiften) er geschonken waren en door wie, met vermelding van eventuele voor
stellingen en inscripties. Het gewicht van de zilveren stukken werd meestal in de
kantlijn vermeld.
In alle gevallen kregen de kinderen van Willem en Maria Thielenus bij de doop
zilveren of verguld zilveren objecten van hun doopgetuigen ten geschenke. In zeven
van die twaalf pillegiften stond een aan de bijbel ontleende inscriptie. Het graveren
van toepasselijke bijbelteksten op doopgeschenken lijkt een familiegebruik van de
Radermachers te zijn geweest. In het AlbumRotarii van Marias grootvader komt
een bladzijde met 'Eenige rymen om op doopgiften te stellen' voor.21 Ook Maria's
tante Anna Radermacher vermeldt in haar memorieboek voorstellingen en teksten
op doopgeschenken binnen de familie. Zo kreeg de kleine Elisabeth Radermacher
bij haar doop in 1616 van haar grootvader een verguld 'kopken' met aan de bin
nenkant van het deksel de tekst: 'Elisabeth, soo menichmael als gy hier uut suit
drincken, wilt uws doops, in Christi bloet gedincken' en in het midden een voor
stelling van de ark van Noach.22
Maria en Willems oudste dochter Maria ontving bij haar geboorte in 1626 van haar
doopgetuigen een zilveren zoutvat en een zilveren schaal. Op het zoutvat stond de
naam van haar grootmoeder Thielenus, in de schaal had haar oudoom Jan Rader
macher een tekst laten graveren die ook in het Album J. Rotarii voorkomt: 'Wie in
Jesum Christ gelooft uut t'sherten gront, den doop getuycht hem dat hij staet in
Godts verbont'P Hun zoon Johannes kreeg in 1627 van oudtante Anna Raderma
cher een vergulde kop met de tekst 'Laet de kinderen tot mij comen ende en weert
hen niet, want sulcker is het coninckrijck Godts'.24 Aan Sara schonk Lucas Schorer,
de man van Johanna Radermacher in 1630 een schaal met een voorstelling van de
geschiedenis van Elia (1 Koningen, 17). Van haar oudtante Sara Radermacher kreeg
zij bij die gelegenheid een vergulde drinkschaal met de inscriptie: 'Ghij Christum
in uwen doop sijnd ingelijft, in sijn kennisse niet onvruchtbaar zijt. In deuchden
groeijt als de palmeboom welcke sijn des geloofs vruchten schoon en des heyligen
geestes glans, dese sijn u, Sara eenen cierlijcken crans'.25
Zeer toepasselijk waren de teksten op de doopgeschenken aan Josina en Wilhelmus.
Zij hadden betrekking op de geschiedenis van Noach en de zondvloed. In deze bij
beltekst sluit God een verbond met Noach en spaart hij diens gezin voor de onder
gang in de golven. Met de afvalligen die geen plaats in de ark hebben gekregen,
verdwijnt het bestaande kwaad door het water van de zondvloed en is er plaats voor
een nieuw begin. Voorstellingen van of teksten over Noach en zijn ark zijn daarmee
voorafbeeldingen van de doop. De Radermachers hebben dit verhaal diverse malen
op hun doopgeschenken gebruikt. Johan Radermachers dochter Anna schonk een
schaal met een voorstelling van de ark in 1620 aan een van de kinderen van haar
broer Samuel.26 Susanna Radermacher schonk Maria's dochter Josina in 1632 een
vergulde schaal met de inscriptie: 'Als d'arck behielt acht zielen van 's waters vloet,