5
[fol. 05r\
7
26
MEMORIAEL
vra: Hoeveel goden hebben wij?
ant: Niet meer dan eenen eenigen Godt.
6
vra: Warom noemt gij dan dry, Vader, Soon ende Heiligen Geest?
ant: Ic en bekenne geen dry verscheyden goeden, maer ic geloove dat daer is een
eenige godtheyt in dry persoenen onderscheyden, gelieck de schrift daeraf be-
tuycht.
vra: Wat gelooft gij van Godt?
ant: Ic geloove al wat Godt in sijn woort van hemselven verclaert heeft ende als
die heylige kercke in de artykelen des algemeynen christiliecken geloofs daeraf
bekendt.
8
vra: Wie heeft hemel en aerde gemaeckt ende de zee ende al wat daerin is?
ant: Godt den vader almachtich.
9
vra: Wie geeft het leven wasdam, onderhout aen de menschen, dieren ende alle
creatueren in hemel ende op der aerden.
ant: Deselleve Godt, die se geschapen heeft.
10
vra: Wat weerdicheyt hebben dese menschen boven alle andere creatueren?
ant: Dese weerdicheyt, dat se Godt tot kinderen aenneemt ende sijnen eenigen
geboren sone in den doot gegeven heeft75 opdat een igelieck die in hem gelooven
niet en verderven, maer het eewich leven hebbe.
11
vra: Hoe conde de zone Godts sterven, die het eewich leven is?
ant: Om onse verlossinge te volbrengen ende die schuldt der sonden te betalen met
de doot, die wij schuldich
[fol. 05v
waren, heeft de eewige sonne Godts te bestemder tijt de menschelijcke natuere aen-
genomen ende is na deser natuere van Maria sterffelick geboren, sijne goddelicke
natuere nochtans onsterffelijck blijvende.76
12
vra: Wie is de vader Christi, soo Maria sijn moeder was?
ant: Naeder der menscheyt, was hij sonder vader van der maget Maria geboren door
de cracht Godts ende werckenge des Heiligen Geest.
