28
MEMORIAEL
[fol. 07r\
20
vra: Wie is de kercke?
ant: Alle uutvercoren kinderen godts in hemel ende op der aerden versameldt, die
als onnoosel schaepkes de stemme des goeden herders Christi hoeren ende hem
navolgen ende van hem ten jongsten dage sullen beroepen werden om te besitten
het coninckricke sijns vaders van wekker gemeynte ic door sijne barmherticheyt
vertrouwe een lidtmaet te sijn.
21
vra: Sijn ooc alle degene waere leden deser kercke, die den christelicken name hier
op aerden dragen?
ant: Neense, want de Heere selve seyt: 'niet een igelicke die tot mij segt, 'heere,
heere' en sal in het coninrijcke der hemelen niet comen, maer die daer doet den
wille mijns vaders die yn de hemelen is'.81
22
vra: Wat schatten ende erfgoederen heeft de kercke Christi?
ant: De gemeynschap der heyligen vergevinge der sonden, verrijssenisse des
vleesches ende het eewich leven.
[fol. 07v\
23
vra: Door welcke uutwendige niddilen82 worden wy deser goederen versekert?
ant: Door de predicatie des heyligen evangeliums endt 't gebruyck der sacramen
ten.
24
vra: Hoeveel sacramenten heeft Christus ingestelt?
ant: Twee, namelick den heyligen doop ende het heijlich avontmael.
25
vra: Mach wel de heylige kercke meer sacramenten instellen?
ant: Neense, want den apostel Paulus selve betuycht: 'wat hij ontfangen heeft, dat
heeft hij ooc der kercke overgegeven' ende alle andere apostelen heeft de Heere
geheeten te leeren 'den volcken onderhouden alles wat hij hem bevolen hadde ende
en heeft nergens van andere dan van dese twee sacramenten vermaent'.
2683
vra: Wat seyt de Heere vande sneeu?
ant: De Heere seyt: 'de sneeu die blijft doch langer liggen op den velde ende het
regenwater en verloopt soo haest niet als mijn volck mijnner vergeedt'.
[fol. 08r\
2784
vra: Wat seyt de Heere van de slangen ende duyven?