MEMORIAEL 29 ant: De Heere seyt: 'weest voorsichtich gelick de slange en eenvoudich gelick de duyven'.85 2886 vra: Wat seyt de Heere van de koe? ant: Isarel loopt gelic een dulle koe, daerom sal se de Heere ooc weyden laeten gelic een lam dat dwalende gaet. 2987 vra: Wat seyt David van de peerden ende muijlen? ant: Weest niet als peerden ende muylen die niet verstandich en sijn, dewelcke men eenen toom ende gebiet indden mont leggen moet wanneer se niet tot dy en willen.88 3089 vra: Wat seyt Salomon van 't peck? ant: Salomon seyt: 'die met het peck omgaet die wort er mede besmedt'.90 3191 vra: Wat seyt de Heere van de swynen ende honden? ant: De Heere seyt: 'en geeft het heylige de honden niet, noch en worpt uwe peer- len voor de swynen niet, opdat sy deselve met hare voeten niet en vertreden ende, hunselven omkeerende, u versceuren'.92 [fol. 08v] 32 vra: Hoe clopt men aen den hemel? ant: Met het gebedt. 33 vra: Hoeveel vleugelen heeft het gebedt? ant: Twee, het vasten en het aelmoesen geven. 34 vra: Aen wien heeft Christus de macht gegeven kinderen Godts te worden? ant: Alle die hem aennemen ende in hem gelooven. 35 vra: Hoeveel sleutelen heeft Godt? ant: Vier, de sleutel der spijzen, de sleutel des regens, de sleutel der vruchtbaerheyt, de sluetel des grafs. 3693 vra: wat seyt Moses van de kopre slange? ant: Moses seyt: 'gelic de kopere slange verhoocht is, soo sal de soone des menschen ooc verhoocht worden ende een igelic die in hem gelooft en sal niet verderven, maer het eewich leven hebben'.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2013 | | pagina 31