MEMORIAEL 35 56 vra: Wat is het gebet? ant: Een t'samensprekinge met Godt. 57 vra: Hoe spreeckt Godt met u? ant: Door sijn woort. 58 vra: Hoe spreeckt ghij met Godt? ant: Door den gebeede. 59 vra: Waerom bidt ghij Godt? ant: Om alle geestelicke ende lichaemelicke nootdruft. 60 vra: Can hij u sulx geven? ant: Ja hij, want hij is een rick ende almachtich Godt. 61 vra: Wilt hij u sulx geven? ant: Ja hij, want hij is een genadich Vader. Wensche: Godt geve dat gij in de leere der salicheyt dagelix toeneven ende daerin volherden moget. amen amen [fol. 12v\ Andere vragen 1 vra: Welc is't begin der weysheyt? ant: De vreese des Heeren. 2 vra: Wien moeten wij de vreese des Heeren leeren? ant: Den kinderen, ja den sogelingen. 3 vra: Waerom? ant: Opdat Godes lof door hen101 verbreidet woorde. 4 vra: Wat belooft Christus den jongen kinderen die hem toegebracht worden? ant: Het rij eke der hemelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2013 | | pagina 37