[fol. 37v 54 MEMORIAEL ger, en des anderen daechs is het beloofmael gehouden. Ende den 3 augusti voor de consistori geweest, sijnde geaccompaigneert met mij, hare moeder, en joffrou Biscop den bruygoms moeder en mr Biscop den bruygoms vader en mijn soon Joannes Thielenus. Ende sijn den 28 augusti door mijn soon Joannes Thielenus in den houwelijcken staet bevesticht. En daertoe hadde hij sijnen text Actorum 11 v. 23 in t midden: 'En vermaende se alle dat sij met een voornemen des herten bij den Heere souden blijven'. 'Heere geeft dese twee datselve te doen voornemen en volbrengen mogen t'harer salichheyt, amen'. In Middelborch getrout in de Oude kercke, geaccompaigneert met de voornoemde bruygoms vader en moeder en ic, de bruyts moeder, en haer broeder Joannes Thielenus. 1659, in Middelborch, op den 10 maerte op eenen maendach, 's morgens ten half negenen is mijn dochter Sara Schorer verlost van haren sesten sone, woonende in haer eygen huys in de Molstrate ende is gedoopt van mr Van Toor op den 13 deser op eenen donderdach des avons, in de Nieu kerck, hebbende sijnen text in 't ver- volch van den bijbel 1 Samuel 18 v. 7 van de tooveresse die Samuel dede opcomen. Dit kint is genaemt Petrus. De getuijgen sijn cosijn Piter Hoet tot Londen, om welkers absentie wille cosijn Daniel Schorer als getuyge heeft gestaen ende mijn dochter Elisabeth de Jonge, huysvrou van mijn soon Wilhelmus. De Heere geve de ouders van dit kint een lanck leven opdat sij hare vijf sonen in de vreese des Heeren mogen opvoeden t'harer vreuchden en t'hunner salicheyt. In Middelborch 1659 op eenen dijsdach, 's morgens ten half eenen, ofte liever 's nachts, sijnde den eersten juli is mijn soon Wilhelmus huysvrou, Elisabeth de Jonge verlost van haer eerste kint, sijnde een cloecke jonge dochter, woonende op de Dam, het tweede huys van de Molstraet, ende is genaemt Maria, waervan ic getuyge ben met de heer Anthoni de Jonge, des kints grootvader, doch om sijn afwesen [fol. 38r] heeft sijn broeder, de heer Job de Jonge, sijn plaetse vervult. Dit is gedoopt op den sesten july, op een sondachnamiddach, in de Nieuwe kercke, van meester Piter van Esse, predikende van onse rechtveerdichmakinge uut den catechismus vraag 59, 60, 61: Heere geeft dit kint ooc deel te hebben aen uwen sone Christum, dat die ooc mach wesen haren Jesus, dat sijne gerechticheyt haer ooc mach werden toegerekent en tot jaren van verstant comende, haer mach verzieren met eenen heyligen wandel, om U, haren schepper, te verheerlijcken hier in dit leven en dan hiernaer verheer- lijckt te wesen in het eeuwige leven, amen. Dit kint hebbe ic tot een doopgifte gegeven 6 silvere commekens. In Middelborch 1659, op eenen donderdach, 's morgens ten half dryen, sijnde den 10 july, is mijn dochter Elisabeth Biscop in mijn huys in de Sepierstraet, verlost van haer eerste kint, een soete jonge dochter ende is genaemt Maria, waervan ic getuyge ben met meester Isaac Biscop, des kints grootvader. Dit kint is gedoopt den 11 dito op een vrijdach 's morgens in de Nieuwe kercke, van mr Kerckhoven, staende in't lant van Sirckzee. Sijn text was: Hosea 5 v. 5: 'Blaset de basuyne te Gibea, de trompette

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2013 | | pagina 56