\fol. 4lv MEMORIAEL 57 In Middelborch anno 1661 den 21 augusti, op eenen sondachnamiddach ten 2 uren, is gestorven dat soete Piterke Schorer, out sijnde 29Vi maenden, dat noch een halve ure voor sijn doot drincken eijste. Dit soet schaep hadde al eenige weken de kortse gehadt, op het ketste contineul. Het is begraven des woonsdachs, daer in de Nieuwe kercke bij sijn moeder. In Goes 1661 op den 14 October op eenen vrijdach 's morgens ten half negenen, is mijn soon Johannis Thielenus' huysvrou Susanna van Baerle verlost van haer derde kint, sijnde een welgeschapene jonge dochter, in haerlider woonhuys in de Wijngaertstraete bij de Koepoorte, ende is gedoopt op deselven dach, 's avons in't avontsermoon, vermidts het heel swack was, van meester Van Dort, die sijnen text hadde uit Matthei 12 v. 38, 39, 40, ende is genaemt Maria, de getuygen sijn mijn schoonsoon Hermanus Pottey ende des kints grootmoeder, Rachel van Baerle, om wekkers absentie wille ic, Maria de Fraeije weduwe van mr Wilhelmus Thielenus, het kint ten doope hebbe gepresenteert. Met droefheyt schrijve ic dit, omdat mijn lieve schoondochter den vijfden dach van haeren craem sijnde den 18 October op eenen dynsdach, 's morgens ten 6 uren, is gestorven. Was van sdaech tevore, 's morgens ten 10 uren, in't slaep gevallen en noeyt wederom wacker geworden, out sijnde bijna 30 jaren en is begraven den 28 October, op een vrijdach, in de Groote kercke in de stadt Goes. Die haer hebben ter aerden gedragen, sijn dese naervolgende persoonen: De heer Jacob Oije, schepen en ouderlinck, de heer Nicolaes Eversdijck, out-secretaris en ouderlinck, de heer Hierominus Gruywaert, secretaris en ouderlinck, [fol. 42r] de heer Abraham Gortsen, out-schepen en ouderlinc, sr Johannis de Witte, diaken, sr Jacob Vorzee, diaken, sr Adriaen Harnick, diaken, sr Pieter Ratel, diaken. Tot hier toe heeft haer de Heere geholpen en gebracht. Heere geeft ons, die overblijven, onse ziele te besitten in lijdtsaemheyt en te leven in heijlicheyt, U behagelijck en ons ten trooste. Heere bewaert dese dry weeskens voor ongeluck na den lichame, maer besonderlijck zegent se na de ziele, en laet se haren weerden vader t'harer goeder opbrenginge lange behouden. In Goes in 't jaer 1661, op den 3 november, op een donderdach, 's avons ten 5 uren, is gestorven Mariken Thielenus, mijn soon Johannis' jonckste dochterken, out sijnde dry weken, en is begraven op en maendach den 7 november bij haer moeder in de Groote kercke tot Goes. Is ter aerde gedragen van do. Wallekam, proponent ter Goes. In Middelborch 1661, op den 17 november, op een donderdach, 's morgens quar- tier naer 2 uren, is mijn dochter Elisabeth t'mijnen huyse in de Sepierstraet verlost van haer [fol. 42v\ tweede soon, doch derde kint, en is gedoopt den anderen dach, op eenen vrijdach

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2013 | | pagina 59