58
MEMORIAEL
s morgens den 18 november in de Nieuwe kercke van cousijn Enoch Pottey die
sijnen text hadde 1 Johannis 5 v. 3: Want dit is de liefde Godts, dat wij sijne gebo
den bewaren, en sijne geboden en sijn niet swaer'. Dit kint is genaemt Isaac. De
getuygen sijn, mijn soon Johannis Thielenus, wiens plaetse vervult wiert door mijn
soon Wilhelmus Thielenus ende nichte Catarina Pottey (des kints grootmoeder)
huysvrou van mr Isaac Biscop, wiens plaetse vervult wiert door haer dochter Ude-
mans, vermidts de dootsieckte van haren man. Och Heere, geeft de ouders van dit
kint hare christelijcke verstanden op te scherpen om hetselve in uwe vreese op te
trecken tot heerlijcheyt van uwen name ende des kint geluchsalicheyt, amen.
In t sterfhuys van moyken Schorer (die gestorven is anno 1662 den 4 febriwari)
hebbe ic gelesen in een boexken door mijn grootvaders hant geschreven, dat mijn
eerwaerde moeder Maria Radermacher is geboren geweest anno 1572 op den 17
appril binnen Londen.
[fol. 43A
In Middelborch 1662 den 10 mayo, op eenen woonsdach 's morgens ontrent den 5
uren, is mijn soon Wilhelmus' huysvrou, Elisabeth de Jonge, verlost van haer derde
kint sijnde een cloecke jongedochter, woonende op den Dam het tweede huys, van
de Molstraet, ende is genaemt Elisabeth, gedoopt op den 11 dito op eenen don-
derdach 's avons van mr Piter Duvelaer, die sijne text hadde in 't vervolg van den
bijbel, Job 4 vers 12 tot den eynde toe, in de Nieuwe kercke. De getuygen sijn mijn
schoonsoon Hermanus Pottey ende mijn dochter Elisabeth Biscop. Heer, geeft dit
kint met Elisabeth, Luce 1, v. 6 te wandelen in alle uwe geboden en rechten onbe-
rispelijck, amen.
1662, 24 july, op eenen maendach, 's morgens ontrent 7 uren, is overleden Eli
sabeth] en Thielenus, mijn soon Wi 1 helmus kint, out sijnde 11 weken min twee
dagen, ende is begraven, den 27 dito op eenen donderdach in de Oude kercke in
mijn vaders graf. Heere, maeckt ons cleen in onse oogen en verandert ons, opdat
wij als een kindeken mogen ingaen in u coninckrijcke.183
[fol. 43v\
1663 op den 25 appril is mijn soon Johannes wedunaer sijnde van joffrou Susanna
van Baerle, bruydegom geworden met de eerbare soete joffrou Arnoudina van Beau
mont ter presenti van dry magistraetspersoonen, ten huyse van de heer Beaumont,
raetsheer van de prince van Oraniën, haren eerweerden vader. De geaccompaig-
neerde vrienden waren de heeren secretaris en den commandeur Beaumont ende
mevrou Beaumont, de bruyts eerwaerde moeder ende van de bruygoms sijde, was
ic, Maria de Fraeije, ende mijn soon Wilhelmus Thielenus ooc aldaer present. Dese
ondertrou, geschiet sijnde op een woonsdach voormiddach, is s avons het onder-
troumael gehouden ende sijn getrout dysdach184 den 22 mayo anno voornoemt van
Do Lootsius (de text was Joannis 14, v 16)1 in de Nieuwe kerck in Schravenhage
op en geaccompaigneert met de heer en mevrou van Beaumont ende ic, Maria de
Fraeije, en mijn soon Wilhelmus Thielenus. Heere zegent dit paer naer ziele en
lichaem, dat se beyde mogen trachten uwen name te verheerlijcken, uwe gemeynte
te stichten en hare kinderen in Uwe vreese op te brengen, amen.