MEMORIAEL '9
[fol. 44r
In Middelburg 1663, op den eersten juli op een sondach, s morgens ten 5 uren,
is mijn soon Wilhelmus' huysvrou Elisabeth de Jonge verlost van haeren eersten
sone, sijnde haer vierde kint, en is gedoopt des woonsdaechs daeraen, sijnde den 4
dito, in de Oude kercke van Do Abram Migrodus. Desen sone is genaemt Willem.
De getuygen sijn mijn soon Hermanus Pottey ende mevrou van Haemste, mijn
schoondochters schoonmoeder, doch alsoo mevrou voornoemt hier niet present en
was soo heeft joffrou Catarina de Jonge, dit kint ten doope gepresenteert. Heere
geeft dat desen jongelinck in Uwe vreese mach opwassen. Dit kint is ooc geboren
in haerlider woonhuys op den Dam daer de vorige ooc geboren sijn.
1663, op den 20 juli, op eenen vrijdach, 's avons ten halfelven, is mijn dochter
Elisabeth Biscop verlost van haren derden sone in haer eygen woonhuys in den
Middelborchsen polder ende is gedoopt des sondaechs daeraen, sijnde den 22 dito
in ditselve dorp, 't welck de vader selfs gedaen heeft en is genaemt Wilhelmus. De
getuygen sijn mijn dochter Maria Pottey en cosijn Udemans, mijn soon Biscops
swager. Den text was den 43 sondach in den catechismus: 'Heere laet dit kint in
Uwe vreese opwassen'.
[fol. 44v\
In Middelburch 1664, 26 februari, op eenen dynsdachnamiddag ten 2 uren, is
overleden Catharina Thielenus mijn soon Willems' kint, out sijnde ontrent 3 jaren
en 5 maenden, sijnde een seer soet en vriendelijck kint, het outste geworden van
12 voorgestorvene kintskinderen en is begraven den eerste maert op een saterdach
in mijn vader De Fraeije sijn graff in de Oude kercke en is gedragen geweest van 8
latijnnisten, namelijck: Duyvelaer, Van der Borght, Woutersen, Lamsen, Nachte-
gael, Moorthamer, De Hase, Blockeri. Heere geeft ons, onsselven hier te verneren186
om hier namaels verhoocht te worden.
In Goes anno 1664 5 maert, op een woonsdach, 's avons ten half elven, is mijn soon
Joannes Thielenus' huysvrou Arnoudine van Beaumont verlost van haer eerste kint
in haerlider woonhuys in de Wijngaertstraet bij de Koepoorte en is genaemt Maria,
gedoopt van mr Joannes Leydecker op en vrijdach, 's avons den 7 dito, die sijnen
tex hadde Rom. 8, v. 38-39 in de Groote kercke. De getuygen sijn: de heer Arnout
van Beaumont, des kints grootvader (om welckers absentie wille sijn outste soon
Andries sijn plaetse heeft vervult) ende ic, Maria de Fraeije, des kints grootmoeder.
Heere, geeft dat noch doot, noch leven, noch hoochte, noch diepte dit kint scheyde
van uwe liefde. Rom. 8.
[fol. 45r]
In Middelborgh, 1664 op den 23 november, sondach 's morgens ten 5 uren, is
mijn soon Wilhelmus' huysvrou Elisabeth de Jonge verlost van haer vierde doch
ter en is gedoopt op donderdach den 27 dito in de avontpredicatie in de Nieuwe
kercke van mr Pieter Coren, den text was in't vervolgh van den bijbel Psalm 95, v.
8 tot den eynde toe. Dit kint is genaent Catharina. De getuygen sijn joncker Wil
lem de Jonge, mijn schoondochters broeder ende Arnoudina van Beaumont, mijn
soon Johannes' tweede huysvrou. Dit kint is geboren in haerlider woonhuys op