AMAZONIA
83
Behalve exportartikelen waren er volop voedselgewassen en veeteeltproducten voor
de lokale markten, zoals granen, groenten, vruchten en zetmeelknollen; consump
tievlees van hoenderen, varkens en geiten; jachtwild als zwijnen, herten, hazen,
gordeldieren, schildpadden en zeekoeien; en verder riviervis als haring, steur, krab,
kreeft en oesters. Vlees en vis werd vaak gezouten naar andere gebieden in Brazilië
verscheept. Aan die onderwerpen wijden Gedion Morris en Jacob van der Keere
veel aandacht in hun teksten A en D, en soms komt daar een korte uitleg bij,
zoals:
Deselve schiltpadden uut bare schellen gedaen connen ons daermede oock ter zee behelpen, als wij
gedaen hebben doen wij laest van daer gecomen zijn, ende vonden deselve zeergoet, maer moet in het
souten wel opgelet worden dat het bloet wel uutgeperst wert, ende de beenderen uutgesneden, opdat
het sout deselve te beter mach preserveren (D23).
Een aparte alinea verdienen de mineralen, want het gonsde in die gewesten van gre
tig geloofde geruchten over rijke goud- en zilvermijnen 'ende andere rariteyten van
goeden profite' (D26), afkomstig van aanzienlijke, geloofwaardige personen (A9,
A12, E25), of van eenvoudige indiaanse slaven. En opnieuw is het Van der Keere
die zulke feiten het smakelijkst onder woorden kan brengen:
Sommige naettiën slaven van die Portegiesen.seggen dat die indianen daer warcken met gouden
brillen, ende dat die principaelste van die indianen op gouden stoelen sitten, ende dat sij daer ver
staat hebben om goudt te warcken (BI 0).
Uiteraard mogen in dit overzicht de indianen als belangrijke economische factor
niet ontbreken, want niet alleen waren zij werkwillig en gedwee, maar ook talrijk en
goedkoop. Langs de Amazone en de zijrivieren daarvan woonden honderdduizen
den de Portugezen vijandig gezinde indianen, die daarentegen de Fransen, Neder
landers en Engelsen door hun vroegere vriendschappelijke handelscontacten een
warm hart toedroegen. Zodra die zouden zien dat de Nederlanders de Portugezen
hadden verslagen, lag het in de lijn der verwachting 'dat sij vrijwillich onder onse
vleugelen sullen schuijlen hun onder onse protectie begheven' (Al 7). En dat zou
de WIC tot groot voordeel strekken, omdat hun arbeidspotentieel 'met een geringe
penninck' betaald kon worden, 'want sij gewillich voor een bij le een houwmes
een geheel jaer souden willen wercken' (Al8). En niet alleen als landarbeiders maar
ook als soldaten, zowel in Amazonia als in het Caraïbisch gebied en in Afrika:
soo 'tgeviel U.E.E. eenige exploytten te hebben van die revier, ofWest-Indiën soude gelieven te doen
ofte te windwaerts naar Afrika kan U.E.E. alteyt eenige duissent indiaenen in haeren dienst
hebben sonder eenige oosten; daarvan U.E.E. veel, jae meerder dienst sullen hebben als van sooveel
geworven soldaten (C2).
Want vanuit Para en Maranhao zou de WIC, net als de Portugezen, ook in West-
Indië en aan de Goudkust profijtelijk aan de handel in Afrikaanse slaven kunnen
deelnemen: