8 MARINEKAPITEIN WTl) ccinf 1750 Afb. 2. Kaart van de banken voor de kust van Walcheren, circa 1650. GemeentearchiefVlissingen, HTA 1750. 'de Waterdrincker'. Vinckaert had de reis tussen Spanje en Zeeland de laatste jaren herhaaldelijk gemaakt in een andere rol, namelijk als kapitein in dienst van de Zeeuwse Admiraliteit, het commando voerend over een zwaarbewapende Zeeuwse konvooier. Ook nu was zijn schip bewapend met maar liefst 44 stukken geschut.3 Voor een koopvaarder was dat ongewoon veel, maar schip en lading vertegenwoor digden dan ook een waarde van meer dan 3^ miljoen gulden. Het had 15 last zilver aan boord en 200.000 stukken van achten, in Zuid-Amerika vervaardigde zilveren munten. Er waren 121 opvarenden, erg veel als we bedenken dat een bemanning van vijftig koppen in principe voldoende was.4 Zoals bij dergelijke kostbare ladingen gebruikelijk, bevonden zich onder de opva renden ook passagiers die als eigenaar van een deel van de lading, of als hun verte genwoordiger meevoeren. De Middelburgse koopman Marcelis van der Goes had zijn neef Lieven meegestuurd, kennelijk om toezicht te houden op zijn aandeel in de lading zilver. Een 'Spaense Jode' maakte de reis als eigenaar van een groot deel van de stukken van achten mee. Behalve het zilver werden er diamanten en parels verscheept en 'een schoonwit paert met een gulde zadel en een circuit van diaman ten', naar verluid een geschenk van de Spaanse koning voor de jonge prins Willem van Oranje, die een maand later zijn negende verjaardag zou vieren.5 Samen met de andere schepen van de vloot was het Wapen van de Prins op 21 september uit Cadiz vertrokken. Omdat alleen Jan Vinckaert Walcheren als be stemming had, verliet hij op vrijdag 17 oktober het konvooi met de bedoeling op

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2015 | | pagina 10