Een Zeeuws patriot
114
MEERTENS
werd zelfs een metafoor voor zijn moeder, met wie hij een binding had die al tijdens
haar leven voer voor psychologen was. In 1940 ging hij na de capitulatie zo snel
mogelijk naar Middelburg om met eigen ogen de verwoestingen te aanschouwen
en te midden van de puinhopen verzuchtte hij: 'Is de stad, waarin we zijn geboren
en waarin we onze jeugdjaren hebben doorgebracht niet een moeder voor ons?
En is er niet een zekere correlatie tussen mijn liefde voor mijn moeder en die voor
mijn geboortestad. Ik kom van geen van beiden ooit los.'
In het decennium daarvoor was Meertens' belangstelling voor de psychoanalyse
gewekt en het zal dan ook niet toevallig zijn geweest dat hij te midden van diezelfde
puinhopen noteerde, dat het doorknippen van de navelstreng het moment was
waarop het kind 'niet meer een deel was van moeders lichaam'; het wilde deson
danks terugkeren naar de baarmoeder 'omdat het er veilig en goed was'. Op den
duur keerde hij inderdaad terug naar zijn geboortestad en kocht hij er na zijn pen
sionering een tweede huis op de Dam - nummer 48 - met de bedoeling daar de
helft van zijn tijd door te brengen. Hij bracht daar het Zeeuwse gedeelte van zijn
bibliotheek onder en het materiaal dat hij over Zeeland vergaard had, alsook delen
van zijn correspondentie.14
Na zijn dood is Meertens ook tot zijn echte moeder weergekeerd. Hij ligt op de
begraafplaats Soestbergen in Utrecht bij zijn moeder in het graf. Al na haar begrafe
nis in de winter van 1944 schreef hij dat de tweede plaats daarin voor hem bestemd
was. 'Zo zal ik eenmaal opnieuw inkeren tot de moeder die mij het leven heeft
geschonken.' Meertens' vader, die nog geen jaar na zijn moeder - op 2 januari 1945
- overleed, heeft aanvankelijk in hetzelfde graf gerust. In overeenstemming met zijn
wens is hij later herbegraven in Middelburg in het graf van zijn ouders. Door oor
logsomstandigheden was Walcheren ten tijde van zijn overlijden onbereikbaar.
Zijn ambivalenties ten spijt bevestigde Meertens in een interview ter gelegenheid
van zijn 75e verjaardag niet ten onrechte een Zeeuwse patriot te zijn.15 Minstens
een derde van zijn ruim tweeduizend publicaties is aan een Zeeuws onderwerp
gewijd, van bijdragen die hij onder de naam Jan Vermeer sinds de jaren twintig aan
de Middelburgsche Courant en andere bladen leverde en artikeltjes in folkloristische
tijdschriften tot wetenschappelijke dialectologische, folkloristische en naamkundi
ge publicaties en niet in de laatste plaats zijn kloeke proefschrift (1943) over het let
terkundig leven in Zeeland van 1550 tot 1700. Hoewel Meertens grootse plannen
heeft gehad voor andere boeken en jaren onderzoek heeft verricht voor een vervolg
op zijn proefschrift en voor een sociale geschiedenis van Zeeland in de negentiende
eeuw, is het - zoals met veel van zijn plannen - bij goede voornemens gebleven.
Zijn dissertatie is van al zijn publicaties zijn enige monografie van enige omvang.
Piet Meertens mocht vele bekende Zeeuwen die voor de oorlog al een rol speelden
in het culturele leven van Zeeland, tot zijn kennissen of vrienden rekenen, zoals
Hendrica Ghijsen (biografe van Betje Wolf en samenstelster van het Woordenboek
der Zeeuwse dialecten), internationaal vermaard numismatrice Marie de Man, de
archivarissen Johannes Hullu en Willem Unger, hoofdredacteur Sibold Smeding
van de Middelburgsche Courant en dialectschrijver D.A. Poldermans (de lijst is verre