Het spraakgebrekkige kind MEERTENS 133 en het begin van een soms moeilijke adolescentie, waarin ook zijn spraakproblemen zich heftiger deden voelen. Piet Meertens heeft van kinds af aan gestotterd, maar hij kreeg pas vanaf zijn vijf tiende spraakles.58 'Ik heb altijd gestotterd. Mijn moeder heeft de dokter er over geraadpleegd, maar die zei dat het vanzelf wel zou overgaan. Dat het natuurlijk niet deed. Wie zelf ook gestotterd heeft weet hoeveel moeite en verdriet men daarvan heeft, als kind en als man. Ik heb er een afschuwelijke jeugd door gehad en later een zorgvol leven. Ik was de enige op onze school die stotterde. Wanneer mijn medeleerlingen gingen lachen, barst[t]e ik in tranen uit. Men ging uit van de gedachte dat wie stottert het aan zichzelf te wijten heeft. Het spraakgebrekkige kind was destijds nog geen begrip.' Toch dacht hij in zijn middelbareschooltijd nog dat hij later makkelijk van zijn stotteren af zou komen. Tot zijn laatste jaren op de lagere school lijkt Meertens nog niet heel veel last van zijn spraakgebrek te hebben ondervonden. Hij heeft geen bijzondere gebeurtenis sen uit die periode gememoreerd die met zijn stotteren te maken hadden, behalve dat hij dus soms moest huilen, omdat hij uitgelachen werd. Vanaf het einde van zijn kindertijd begon het stotteren duidelijk een groot probleem te worden. Het deed zich speciaal voelen tijdens de Franse les, die hij vanaf het voorlaatste jaar van de lagere school kreeg. Vooral met de occlusieven - plofklanken - die in het Frans frequenter dan in het Nederlands voorkomen, had hij het moeilijk. In Meertens' middelbareschooljaren lijken zijn spraakproblemen toegenomen te zijn en dat gold mogelijk ook zijn woede-uitbarstingen, die hij ook als kind al moet hebben ge had. Spraakproblemen hebben ongetwijfeld Meertens' besluit beïnvloed om na twee jaar voor het lidmaatschap van de gymnasiastenvereniging Nihil Sine Labore te bedan ken, kort nadat hij van junior- seniorlid was geworden.59 De vereniging bereidde voor op het studentendispuut en een bestaan als animal disputax aan de universi teit.60 Op bijeenkomsten van Nihil moesten seniorleden bij toerbeurt ex improviso een verhandeling houden, stellingen verdedigen, proza en poëzie voordragen en een spreekbeurt houden. Misschien is Meertens lid geworden van Nihil in de hoop dat het hem over zijn stotteren heen zou helpen. Als juniorlid heeft hij nooit een voordracht hoeven houden. Hoe ernstig zijn spraakgebrek tijdens zijn gymnasiumtijd was, blijkt wel uit het feit dat er tijdens een lerarenvergadering, enkele maanden voor zijn eindexamen, spe ciale aandacht aan werd besteed. 'Wegens zijn zeer "langzame betoogtrant" an ders gezegd zijn stotteren werd de wenschelijkheid uitgesproken, dat deze leerling zich onder behandeling stelde van een zenuwarts. Bij het eindexamen zal met het gebrek van dezen leerling rekening moeten gehouden worden met dien verstande, dat hem meer tijd worde toegemeten bij de mondelinge deelen of dat hij ook deze deelen zooveel mogelijk schriftelijk aflegge.' Kennelijk kwam hij in deze periode, misschien onder spanningsvolle omstandigheden, nauwelijks nog uit zijn woorden. Het besluit om hem voor de desbetreffende vakken extra tijd te gunnen door hem telkens als laatste te examineren, getuigt van meer gevoeligheid voor zijn problemen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2015 | | pagina 135