MEERTENS 135 Middelburgsche Courant publiceerde de namen van acht kandidaten die geslaagd waren, en - zonder verder namen te noemen - meldde verder dat twee kandidaten herexamen moesten doen, terwijl er één was afgewezen.65 In het 'roddelgat' zullen velen geweten hebben wie die ene kandidaat was. Meertens had een opvallende verklaring voor zijn falen: hij was gezakt als gevolg van zijn natuurlijke luiheid. (In andere schriften beweerde hij juist dat hij altijd het land had gehad aan luieren en een hekel had aan luie mensen.) De enorme hoeveelheid werk die hij in zijn leven heeft verzet, was naar eigen zeggen slechts compensatie ge weest voor zijn aangeboren conditie. Zijn moeder had het hem in zijn jongensjaren vaak verweten en hem er herhaaldelijk voor gewaarschuwd: 'Je bent net zo lui als je vader. Er komt niets van je terecht Ze had gelijk, ik was inderdaad lui en ik ben het van nature nog altijd; het is alleen door overcompensatie dat ik die luiheid overwonnen heb. [Elders sprak hij van ziekelijke werkdwang.] Zonder de krachtige bijstand van mijn moeder zou ik daartoe nooit zijn gekomen.' Zijn werkdwang was nog steeds op het neurotische af, schreef hij op zijn 73e aan een vriend. Piet Meertens zou het voorlopig moeten doen met de HBS. Wel begon hij direct met bijlessen Latijn om voor het volgend schooljaar weer toelatingsexamen te kun nen doen en dan meteen tot de tweede klas van het gymnasium te kunnen worden toegelaten. Jan Frelier, een oudere broer van Piet Meertens' vriendje Bram, die in de vijfde van het gym zat, zou hem les gaan geven. Het bleek te hoog gegrepen; de bijlessen gingen ten koste van zijn prestaties op de HBS, en al met de kerst vakantie stopte hij met Latijn. Aan het slot van het eerste schooljaar op de HBS ging Meertens zonder problemen over naar de tweede klas, al was hij zeker geen uitblinker. Hij deed bovendien - en dit keer met succes - weer toelatingsexamen voor het gymnasium en de Middelburgsche Courant vermeldde op 11 juli 1913 dat hij geslaagd was. Broer Kees werd datzelfde schooljaar toegelaten tot de HBS.66 Toen Meertens schreef dat de universitaire opleiding die zijn broers en hij hebben gevolgd, tegen de familietraditie inging (alsof klasse daar geen rol in speelde), had hij geen oog voor de waardering die de familie Meertens zelf misschien had voor de eigen traditie. Al bijna een eeuw lang dreef de familie immers een winkel op de Vlasmarkt en was daar misschien wel trots op. Ze werd in haar afwijzing van de plannen die Adriana Meertens-Mak voor haar kinderen koesterde, misschien ook wel gedreven door de wetenschap dat de verkoop van kruidenierswaren niet genoeg opleverde om die plannen te bekostigen. In een versie van Meertens' memoires wekt hij trouwens de indruk dat de winkel als gevolg van zijn vaders sociëteits- bezoek achteruitging. Nog tijdens zijn jaar op de HBS verhuisde het gezin naar In den Yngelsche Krayert (N 6, nu 71) op de Noordzijde van de Dam, op de keper beschouwd was dat meer op stand dan de Vlasmarkt. Verhuur van de bovenverdie ping leverde extra inkomsten op. In den Yngelsche Krayert was een smalle woning en bestond aan de voorzijde uit drie verdiepingen, aan de achterzijde uit twee; het had geen tuin, maar een overdekte binnenplaats, die de wintertuin werd genoemd. Meertens heeft er maar twee jaar gewoond; het maakte weinig indruk. Niet alleen heeft hij het altijd een onjuiste naam gegeven, De Engelse Craaert, maar hij heeft ook weinig oog voor de geschiede nis van het pand gehad. Kennelijk is het hem ontgaan dat een Zeeuwse schilder van enige naam en faam, Francois Ryckhals, in het huis had gewoond.67 Niet lang nadat de familie Dam N 6 betrokken had, zette zijn moeder haar zinnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2015 | | pagina 137