Gymnasiumjaren: monumentum aereperennius
MEERTENS
137
oorspronkelijk rijk interieur, als dat er al geweest is, was behalve wat stucwerk in
de gang niets meer over toen de familie Meertens erin trok, maar het was een licht
en zonnig huis. De familie Meertens heeft ruim vier jaar in het Wijnkoopershuis
gewoond, totdat ze in de zomer van 1919 bij de aanvang van de studie van Piet en
Kees naar Utrecht verhuisde. Het pand is in de meidagen van 1940 verloren ge
gaan. Het heeft drie uur staan branden. Volgens de krant was het een groot verlies
voor de stad Middelburg.71 Meertens kon enkele weken nadien in de puinhopen
nauwelijks de plek vinden waar het gestaan had.
Naast een vlottende groep van onderhuurders, waren er enkele vaste kamerbewo
ners. Een geheimzinnig aandoende passage in zijn dagboek en een aantekening die
hij in 1944 heeft gemaakt, suggereren dat Meertens met een van die onderhuurders
een bijzondere band heeft gehad.
Het jaar vertraging dat Meertens door zijn mislukte toelatingsexamen tot het gym
nasium opliep, bleef een gevoelige kwestie, al beweerde hij die te boven zijn geko
men. In allerlei stukken over zijn jeugd wekte Meertens de suggestie dat hij van de
HBS direct naar de tweede klas gymnasium ging en in 1940 zou hij dat tegen de
psychiater Van der Sterren ook met zoveel woorden zeggen. Hij beweerde toen ook
in de jaren daarna altijd de beste leerling van zijn klas te zijn geweest, hoewel hij
later in zijn memoires schreef dat hij een middelmatig leerling was. Aanvankelijk
was zelfs dat mild uitgedrukt.
In de eerste klas had Meertens veel moeite met Latijn, dat hij trouwens kreeg van
Louis Hillesum, de vader van Etty Hillesum, bekend van haar oorlogsdagboek.72
Meertens' leraren waren gewoonlijk overtuigd van zijn ijver en anders zag zijn moe
der daar wel op toe. In de tweede klas had hij het echter erg zwaar en stond hij
tegen de kerst voor bijna alle vakken - ook Nederlands en aardrijkskunde - onvol
doende.73 Zijn moeder overhoorde hem toen dagelijks. Zijn docenten waren van
mening dat hij het onderwijs niet kon volgen, en ze achtten hem zelfs niet geschikt
voor het gymnasium. Toch ging hij dat schooljaar over naar de derde klas met alleen
een taak voor Frans.74
Er zal in deze periode wel iets meer aan de hand zijn geweest dan alleen problemen
met plofklanken. Omstreeks zijn vijftiende lijkt Piet Meertens een existentiële - op
z'n minst een spirituele crisis - te hebben doorgemaakt, die hem 's avonds uit zijn
slaap hield. Hij probeerde tevergeefs inhoud te geven aan begrippen als God, schep
ping en eeuwigheid. 'Hoe is God ontstaan of is hij er altijd geweest? Maar er moet
toch ergens een begin zijn?'
Na de derde klas deden zich nog regelmatig inzinkingen voor; algemeen werd daar
naast kennelijk geaccepteerd dat wiskunde tijdens zijn gymnasiumtijd Meertens'
achilleshiel zou blijven. In de derde en de vijfde klas is hij overgegaan met een taak
voor dat vak en geheel naar verwachting behaalde hij een onvoldoende voor wis
kunde op zijn eindexamen. De wiskundeleraar meende - nogal mild - dat Meertens'
ondermaatse prestaties uit zijn gebrek aan aanleg voortkwamen.75 Hij had ook kun
nen zeggen dat Meertens' desinteresse tot ondermaatse prestaties leidde. Meertens
had het niet met hem getroffen; H. van der Kamp moet een begaafd man zijn