MEERTENS
139
len alleen maar de lachlust op. Hij gaf ook les aan de HBS in Middelburg en is
door de van oorsprong Middelburgse Karel Wasch beschreven in diens Opvoeders
(1924). Het geruchtmakend boekje beschreef in een aantal portretten - eigenlijk
karikaturen - de excentriciteiten van HBS-leraren van wie de auteur les had ge
had. Het portret van Gerth van Wijk - 'De Razende' - behoorde zeker niet tot de
sympathiekste. Hoewel de leraar zich kennelijk van een hele reeks theatrale eigen
aardigheden bediende, 'voorgedragen met een sarcastisch scheelkijken der groote
bolblinkende oogen achter de immer-schitterende brilleglazen en pathetisch stem-
gedonder', was hij een 'gewonen schoolmeester, die zich het air wou geven van
een oorspronkelijk opvoeder'. De inhoud van zijn lessen was 'dorre schoolmeeste-
rij'.82 De Middelburgsche Courant had geen goed woord over voor het boekje, niet
in de laatste plaats omdat Wasch ongegeneerd roddels over huiselijke en echtelijke
verhoudingen en over drankgebruik van zijn oud-leraren opdiste.83
Meertens' favoriete leraar was de classicus Lodewijk Rank. Tot zijn verdriet verliet
Rank aan het begin van zijn laatste schooljaar Middelburg om rector te worden
in Gorinchem. Rank had hem de schoonheid van Homerus onthuld en in ken
nis gebracht met Plato en Socrates. Meertens' appreciatie van Rank laat zien dat
zijn schoolprestaties gelijke tred konden houden met zijn gevoelens tegenover een
leraar, zoals ze dat vermoedelijk in negatieve zin hebben gedaan bij wiskundeleraar
Van der Kamp. In de vierde en vijfde klas hadden alle leerlingen bij Rank onvol
doendes voor Grieks en Latijn, behalve Piet Meertens.84 Als enige van de klas kon
hij Plato vertalen. 'Ik heb hem niet alleen hooggeschat; ik hield zelfs van hem. Wie
wist als hij zoozeer de schoonheid van Homerus en Plato te ontvouwen, wie kende
als hij de Grieksche wereld in al haar vormen en gestalten', schreef hij als leerling
bij Ranks vertrek. Met diens opvolger, die op 'onbenullige en beuzelachtige, wel
haast oneerbiedige wijze' over Homerus en Socrates sprak, kon Meertens het niet
vinden en bij hem kreeg hij al op het eerstvolgende rapport een onvoldoende voor
Grieks.85
Na zijn promotie in 1943 stuurde Meertens Rank zijn proefschrift toe. De man
bleek geen enkele herinnering aan deze Middelburgse leerling te bewaren. Hij voeg
de aan zijn reactie een reeks correcties op Meertens' Grieks en Latijn toe. PJ. van
der Feen zei in zijn toespraak ter gelegenheid van Meertens' 75e verjaardag, dat ook
Burgersdijk zich in zijn baard gekrabd zou hebben bij Latijnse uitdrukkingen in het
proefschrift. Meertens heeft Rank na de oorlog nog eens bezocht en hij liet zich in
1953 niet de gelegenheid ontgaan op diens begrafenis te spreken. Hij publiceerde
toen anoniem een herdenkingsartikel in de Provinciale Zeeuwse Courant. Rank 'gaf
zijn leerlingen veel meer mee dan de kennis van Grieks en Latijn, hij openbaarde
hun ook de wijsheid en de schoonheid van Hellas en Rome, hij maakte hen ver
trouwd met de grote edele figuren der klassieke Oudheid'. Zijn oud-leerlingen zou
den zich vooral onder moeilijke omstandigheden de wijze lessen van Rank herinne
ren, 'die een leraar was in de schoonste betekenis, die dit woord bezit'.86 Jaren later
zag Meertens deze woorden bevestigd. In 1975 net ontwaakt uit zijn coma en zich
realiserend dat hij niet meer kon praten, concludeerde hij dat hij nog compos mentis
was, toen hij nog allerlei verzen uit zijn hoofd bleek te kennen. De eerste regels die
hem te binnen schoten, had Rank hem ooit bijgebracht: Andra moi ennepe, Mousa,
polutropon, hos mala pollaplangchthê, epei Trojês hiëron ptoliëthron eperse. Het was de
eerste zin van de Odyssee ('Muze, verhaal van de man van velerlei wegen, die heel