144
MEERTENS
loden zwaarte en ik wist niet wat het was en waarvandaan het kwam ik wist
alleen dat het vreselik was, en dat ik er aan zou willen sterven, maar het niet kon.
Terug in bed, lag ik lang te bidden.'
Was het godsdienstig besef uit zijn kinderjaren vooral gekleurd door de nabijheid
van zijn grootouders en dat van zijn vroege adolescentie door die van tante Cornelie,
deze nieuwe stap tekende een vorm van zelfwording die uit de slapeloze nachten
van zijn spirituele crisis lijkt te zijn voortgekomen. De catechisatie zal hem grondig
hebben geschoold in de orthodoxie, maar dat wil niet zeggen dat Meertens spiritu
eel ook maar in de verste verte die orthodoxie was toegedaan. In spiritualiteit en in
zijn benadering van sociale vraagstukken stond Meertens vanaf het begin van zijn
religiositeit feitelijk diametraal tegenover grootvader Mak. Die had toen Meertens
nog klein was hem eens verteld dat er nu eenmaal rijke en arme mensen waren, dat
God dat zo gewild had en dat het wel altijd zo zou blijven. (Wat niet wegnam dat
zijn grootvader de charitas gul bedreef.) Meertens de christensocialist wenste zich
bij die ongelijkheid niet neer te leggen.
Het was aan het einde van zijn HBS-jaar dat hij zich van de politiek bewust werd.
In 1913 waren er verkiezingen voor de Tweede Kamer en de verkiezingsstrijd werd
in huize Meertens op de voet gevolgd. De SDAP behaalde een klinkende overwin
ning en verdubbelde haar zeteltal ruimschoots, maar wilde geen coalitie aangaan
met burgerlijke partijen. Ook de Vrije Liberalen (een groep van gelijkgestemde pro
gressieven en geen politieke partij) zagen hun zetelaantal meer dan verdubbelen. In
plaats van een coalitieregering met de socialisten kwam het liberale extraparlemen
taire minderheidskabinet Cort van der Linden tot stand, dat Nederland door de
Eerste Wereldoorlog heeft geloodst. In de liberaal georiënteerde familie Meertens
- en vanzelfsprekend ook door de middelbare scholier - werd de overwinning van
'links' toegejuicht.
Zoals hij zelf zei, waren Meertens' religieuze en levensbeschouwelijke voorkeuren
nauwelijks te scheiden en dat lijkt al het geval te zijn geweest vanaf hun ontwaken,
dat ook samenvalt met zijn ontwikkeling tot zelfstandig individu. Met zijn liefde
voor het liberalisme was het toen gedaan. De wereld was er niet geschikt voor. Zoals
hij later met een aforisme van eigen makelij schreef: 'Als er geen zonde was, in een
ideale samenleving, zou ik liberaal zijn.'
Afgezien van verbondenheid met zijn persoonlijke ontwikkeling, was het religieuze
en politieke ontwaken van Meertens niet los te zien van grote gebeurtenissen op
het wereldtoneel. In augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en al hield de
Nederlandse neutraliteit stand, het hele land werd natuurlijk geconfronteerd met
de oorlogssituatie, in eerste instantie door de mobilisatie eind juli 1914 en in au
gustus door de enorme toevloed van vluchtelingen uit België. In Middelburg was
de oorlog in de jaren daarop nooit ver weg: het gebulder van de kanonnen aan het
front was er goed te horen en 's avonds waren de lichtflitsen van lichtkogels in de
verte zien. Soms vielen afgedwaalde bommen op Zeeland.
Honderden vluchtelingen uit België streken in 1914 neer in Middelburg, waar
Meertens met hun leed geconfronteerd werd. De familie Meertens nam zoals tal
van landgenoten vluchtelingen in huis op. Gedurende de gehele oorlog was het
- eerst in In den Yngelsche Krayert en later in het Wijnkoopershuis - een komen en
gaan van Belgische families aan wie kamers werden verhuurd. Voor Meertens bete
kende de komst van zoveel Belgen ook de kennismaking met en het begin van zijn