148 MEERTENS dat tante De Waal Ten Kate, die voor de vuist weg kon rijmen, als kanselprediker moet hebben meegemaakt - hij was tien jaar dominee (1850-1860) in Middelburg geweest - zal hem mede een prominente plaats in de boekenkennis van de familie hebben bezorgd.120 En dan stonden er in de kast ook nog de gebonden edities van tijdschriften, zelfs van de Katholieke Illustratie uit de tijd van zijn grootouders, waaruit de jonge Meertens vooral de historische bijdragen las. Opvallend is wel dat de Tachtigers in de familieboekerij ontbraken. Die heeft Meertens vooral le ren kennen dankzij de bibliothecaris van de Provinciale Bibliotheek, Willem Otto Swaving, nadat deze op kamers was komen wonen in het Wijnkoopershuis. De gele kast bleef achter op de Vlasmarkt, toen de familie in 1913 verhuisde naar In den Yngelsche Krayert. Zijn ouders zochten de boeken uit die ze zelf wilden houden; Piet Meertens mocht van de rest meenemen wat hij wilde. Het werd de basis van zijn latere fameuze boekenverzameling, die hij al tijdens het gymnasium aanvulde met oude boeken die hij voor dubbeltjes en kwartjes op de Middelburgse markt kocht. Op de Vlasmarkt had Meertens beslag gelegd op de enige bedstede in Arnemuijden en daarin zijn bibliotheek ingericht. Eenmaal in het Wijnkoopershuis stelde hij een catalogus van zijn boekenbezit op in een schriftje. De catalogus doet denken aan hoe hij meer dan een halve eeuw later vertelde al tijdens zijn gymnasiumtijd ge boeid te zijn geweest door 'de systematische opzet' van de Historische schets van de Nederlandse letterkunde (decennia lang bekend als De Schets) van zijn promotor C.G.N. de Vooys (later samen met Garmt Stuiveling), volgens Martinus Nijhoff 'het kleine boekje waar alles in staat'.121 Wetenschap betekende voor Meertens fei telijk nooit meer dan - zoals De Schets - een 'historische opsomming van feiten in een bepaald verband'.122 Meertens had zijn catalogus onderverdeeld in negen tien hoofdcategorieën beginnend bij 'Geschiedenis' en eindigend bij 'Italiaansche Letterkunde'. Die waren hun beurt opgedeeld in 48 subcategorieën, waaronder 'Vaderlandsche geschiedenis' en 'Hollandsche lectuur uit andere talen' (vertalingen van Duits, Engels, Amerikaans en Frans werk vormden aparte subcategorieën). Hij heeft in het schrift zelf nog twee 'vervolgen' toegevoegd, maar heeft de catalogus verder niet meer bijgehouden. Op zijn zestiende was de omvang van Meertens boekenbezit aanzienlijk, maar het was - gezien de oorsprong niet verbazingwekkend - een allegaartje. In de catalogus heeft hij ook zijn schoolboeken en krantenbijlagen en eigen opstellen opgenomen, maar niet als aparte categorieën. De Europeesche oorlog, Middelburg 1914, door PJ. Meertens, in tweevoud, zal wel niet echt een boek zijn geweest. Een bijzonder item (behalve schoolboeken het enige Engelstalige werk in de catalogus) was Lest we forget. A Keepsake from the nineteenth century uit 1901 van W.T. Stead. Het was een overzicht van de voorbije eeuw, wat ze ons gebracht heeft, wat ze ons geleerd heeft, wat ze ons ontnomen heeft.123 Misschien heeft Piet Meertens het boekje van Tante Cornelie gehad; hij zal zich zeker door de persoon van de auteur aangesproken heb ben gevoeld. Stead zette journalistiek in tegen sociaal onrecht, tegen kinderprosti tutie, voor het feminisme (hij was bevriend met Josephine Butler) en voor vrede en ontwapening. Hij versloeg de grote internationale vredesconferenties in Den Haag van 1899 en 1907 en zijn buste staat in het Vredespaleis in Den Haag. Hij genoot populariteit in Nederland, omdat hij tijdens de Boerenoorlog in Zuid-Afrika de zijde van de boeren koos en over wreedheden van Engelse troepen rapporteerde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2015 | | pagina 150