14 MARINEKAPITEIN als schipper echter ook genoemd als de eigenaar van de tabak, de schipper betaalde tol 'pro denselven' zoals de Middelburgse tolwachter naar goed gebruik noteerde wanneer een schipper ook als handelaar optrad. Vinckaert was kennelijk nog niet in het bezit van een tolbrief, waarmee hij kon bewijzen dat hij poorter van de Zeeuwse hoofdstad was en daarom ook van tol op de lading vrijgesteld. Was hij misschien nog geen vijfentwintig jaar oud en nog vrijgezel? In dat geval was hij nog minderja rig en kon hij bij het stadsbestuur zo'n bewijs van vrijstelling nog niet krijgen. Dat hij in de daaropvolgende jaren niet meer voorkomt in de tolregisters betekent niet dat hij aan wal bleef. De verklaring daarvoor moeten we elders zoeken. Hij blijkt een paar maanden later in Middelburg te zijn getrouwd, werd daardoor meer derjarig en kon zich dus als poorter registreren. Op 31 oktober ging hij samen met Helena Lambrechts naar de Middelburgse notaris Geleyn van den Invylle om een testament te laten opstellen, waarin beiden verklaarden dat de langstlevende de toe komstige wederzijdse kinderen zou onderhouden totdat deze hun 'mondige dagen ofte state des huwelijk' bereikt hadden.20 De langstlevende zou de kinderen laten leren en bij meerderjarigheid de som van honderd Carolusguldens verstrekken. Jan en Helena zullen kort voor de gang naar de notaris getrouwd zijn. Helena was waarschijnlijk al zwanger, althans dat kunnen we afleiden uit het feit dat al voor 18 juni 1648 hun dochter Dina werd geboren.21 Daarna verdwijnt Jan Vinckaert voor enige jaren uit het zicht. Was hij wellicht actief op een kruiser of een kaperschip? Kapitein in oorlogsjaren De Republiek der Verenigde Nederlanden had in 1648 vrede met Spanje gesloten, maar de oorlog met Portugal duurde voort en vier jaar na de vrede van Munster werden de Republiek en haar koopvaart ernstig bedreigd door voormalig bondge noot Engeland. Nadat in juli 1652 het Engelse parlement de Republiek formeel de oorlog had verklaard, probeerden de admiraliteiten, ook de Zeeuwse, op korte termijn een vloot samen te stellen die enigszins opgewassen was tegen die van de Engelsen. Koopvaarders werden gekocht en gehuurd om tot marineschip omge bouwd te worden, een ambitieus scheepsbouwprogramma werd gestart, officieren en bemanning werden geworven. Een van hen was Jan Vinckaert. Op 7 april 1653 stelden de heren van de Zeeuwse admiraliteit Vinckaert aan als commandeur van de brander de Liefde met een bemanning van vijftien koppen.22 Het schip had als thuishaven Middelburg, de plaats waar Vinckaert op dat moment waarschijnlijk nog met vrouw en dochter woonde. In haar vergadering van 2 mei 1653 plaatste de Zeeuwse admiraliteit de drie Zeeuwse branders onder de vlag van viceadmiraal Witte de With. Dat jaar vonden er verschillende zeeslagen plaats tussen de vloten van Engeland en de Republiek. Waarschijnlijk kwam Vinckaert met zijn brander voor het eerst in ac tie op 12 of 13 juni tijdens de zeeslag bij Nieuwpoort. Na afloop kreeg hij namelijk op 23 juli van de Zeeuwse admiraliteit een bedrag van zeven pond Vlaams toege kend, dat hij had voorgeschoten aan scheepstimmerwerk. Het lijkt waarschijnlijk dat hij na de slag niet naar Middelburg, de thuishaven van de brander, terug kon gaan om de nodige reparaties te laten verrichten. Veel had zijn brander bij de zee slag waarschijnlijk niet uit kunnen richten, maar op 10 augustus 1653 begon bij Scheveningen zijn persoonlijke victorie. Tijdens de tweede charge van die zeeslag slaagde hij erin twee Engelse schepen met zijn met explosieven en ander brandbaar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2015 | | pagina 16