168 JAARVERSLAGEN 2014 lijke tijdschrift Nehalennia vier nummers (afl. 183 t/m afl. 186). Op 5 maart vond eveneens de jaarvergadering plaats tussen een vertegenwoordiging van de werk groep en ZDV. De al eerder aangekaarte ontvlechting van de gezamenlijke WCH- en ZDV-administraties kreeg in januari zijn beslag. Voortaan ligt de administratie van de ZDV-leden en Nehalennia bij de ZDV. Hans Nagelkerke, penningmeester WCH, continueert de financiële administratie van de Werkgroep. Op 14 maart organiseerden de WCH en de Coördinatiecommissie voor de Verzamelingen van het Zeeuws Genootschap het middagsymposium 'Zelandia Illustrata'. Dit ter gelegenheid van het feit dat deze topografische atlas 150 jaar in bezit is van het Genootschap. Tijdens de bijeenkomst werd ook aandacht besteed aan de toen recentelijk gerestaureerde Roman-Visscher Atlas. Het programma begon rond twee uur en werd opgeluisterd met verschillende sprekers. Na de inleiding door drs. I.H. Vogel-Wessels Boer, conservator Zelandia Illustrata, sprak dr. P.C.J. van der Krogt, Jansonius-conservator Bijzondere Collecties en verbonden aan de UvA over 1500 jaar wandkaarten. De lezing Over gratuiteiten en necessiteiten van de Staten van Zeeland' werd gehouden door drs. C.E. Heyning, conservator Kunst en Kunstnijverheid van het Genootschap. Na de voordracht 'Gelukkig heb ben we de scans nog?' door L.M. Hollestelle, archivaris Zeeuws Archief, werd de middag besloten met de presentatie van De Roman-Visscher Atlas. Op 12 april vond in de kerk te Groede de historische studiedag '200 jaar geschiedenis van Zeeuws- Vlaanderen' plaats, een samenwerkingsverband van de WCH en de Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen. In een volle kerk met belangstellenden, waaron der verschillende lokale en provinciale autoriteiten, ging het er om een antwoord te vinden op de vraag hoe dit van oorsprong Generaliteitsland onderdeel werd van de nieuwe provincie. Hoe werkten bevolkingsomvang, taal, economie, kerk, verbin dingen en bestuur op elkaar in en in welke richting? Welke verbindingslijnen met Vlaanderen bleven bestaan en welke met het noorden? Stimuleerden deze ontwik kelingen de band met de rest van de provincie Zeeland of juist de positie van 'een landje apart'? Via twee moderators en een forum konden sprekers en zaal reageren op de lezingen van dr. Piet van Cruyningen, dr. Willem van den Broeke, dr. Adrie de Kraker en prof. dr. Henk te Velde. Na afloop van het officiële gedeelte werd het eerste exemplaar van het gelijknamige herdenkingsboek overhandigd aan Toine Poppelaars, dijkgraaf van Waterschap Scheldestromen. In een totaal uitverkochte zaal van de Zeeuwse Bibliotheek vond op 13 juni het symposium 'De Zeeuwse belangen in de slavenhandel' plaats. Dit ter herdenking van de afschaffing van de slavenhandel op 14 juni 1814. Tijdens het symposium kwamen alle partijen die onderdeel uitmaakten van het trans-Atlantische slaven- systeem aan de orde: Nederlanders en Zeeuwen, de organisatie van de MCC zelf, de bemanning van de schepen, de Afrikanen en de opkopers in de West. Sprekers over deze onderwerpen waren: prof. dr. Gert Oostindie (UL), dr. Ruud Paesie (Middelburg), drs. Ad Tramper (Gemeentearchief Vlissingen), prof. dr. Henk den Heijer (UL), dr. Karwan Fatah Black (UL) en dr. Dineke Hondius (VU). Na dis cussie werd de middag besloten met de aanbieding door Ruud Paesie van het eerste exemplaar van het boek over de Middelburgsche Commercie Compagnie aan Han Polman, Commissaris van de Koning van Zeeland. Het symposium werd mede georganiseerd door verschillende Zeeuwse gemeenten en provinciale overheidsin stanties. Op 27 november vond op kasteel Westhove te Oostkapelle het symposium

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2015 | | pagina 170