MARINEKAPITEIN
15
materiaal toegeruste schip aan te tasten. Toen hij zag dat de Victory van de Engelse
'vice-admiraal van de Blauwe vlag', Lionel Lane, in een ander Engels schip verstrikt
geraakt was, lukte het Vinckaert in één enkele actie beide schepen onklaar te ma
ken, een prestatie die alom indruk maakte. Vice-admiraal Johan Evertsen was er zelf
getuige van geweest.23
Zowel de Engelsen als de Nederlanders eisten de overwinning in deze zeeslag voor
zich op. Hoewel het sneuvelen van de Hollandse vice-admiraal Maarten Tromp de
berichtgeving overheerste, had Vinckaert zich met zijn actie echter nadrukkelijk
gemanifesteerd. Dankzij de onduidelijkheid over de vraag wie nu eigenlijk de over
winning had behaald, werd de brandercommandeur, die maar liefst twee Engelse
schepen had vernietigd, de held waaraan publicitair kennelijk behoefte was.24 Zijn
naam, onder toevoeging van de bijnaam 'Waterdrincker' (geheelonthouder) was
gevestigd.25 Niet alleen in Middelburg maar ook in Amsterdam wilde men meer
weten over de details van zijn daad. De brandercommandeur uit Middelburg moest
samen met een aantal Hollandse kapiteins en Willem van den Velde, 'teeckenaer
van de vloote', voor de Amsterdamse admiraliteit getuigen van zijn belevenissen.
De Zeeuwse admiraliteit betaalde op grond van eerdere beloften van de Staten-
Generaal aan Jan Vinckaert en zijn vijftien bemanningsleden de dubbele premie uit
die gesteld was op het onklaar maken van vijandelijke oorlogsschepen.26
De Engelse dreiging bleef in de daaropvolgende maanden actueel en er bleef grote
behoefte bestaan aan goede schepen en betrouwbare kapiteins voor de Nederlandse
vloot. Jan Vinckaert werd kort na de slag bij Ter Heide, op 28 augustus 1653, door
de Zeeuwse admiraliteit benoemd tot gezagvoerder van de Sandenburg, een galjas
havenend in Veere met 75 koppen.27 Het was een enorme bevordering. Van com
mandeur van vijftien man op een brander werd hij, bijna van de ene dag op de
andere, kapitein over vijfenzeventig man.
Vinckaert, die in deze periode met vrouw en dochter van Middelburg naar Veere
moet zijn verhuisd waar zij zich vestigden aan de noordzijde van de haven, had
zoals elke marinekapitein de taak zelf voor de nodige victualiën zorg te dragen.28
Hij kreeg daarvoor een bedrag per man per dag. Aangenomen wordt dat hij daar
een persoonlijke winst van tenminste 20 op haalde, het verschil tussen werkelijke
kosten en de ontvangen vergoeding. Voor de Nederlandse marinekapiteins bedroeg
deze bron van inkomsten een veelvoud van het traktement.29
Bij zijn benoeming was Vinckaert kennelijk nog niet in staat deze 'mondkosten' zelf
voor te financieren. Hij kreeg daarom desgevraagd een voorschot - waarschijnlijk
niet meer dan een formele toezegging - van maar liefst 400 pond Vlaams. Voordat
bakkers, slagers en brouwers de nodige leveranties wilden doen, moest hij echter
een borg vinden. Nicolaas van de Walle, mogelijk een familielid van Vinckaert,
wonend aan de Middelburgse Dampoort, bleek hiertoe bereid. Zijn leveranciers
woonden allen in Veere. Jacob Barentsen leverde het scheepsbeschuit. Abraham
Laporte het bier, Albert Reijmers uit de Wagenaarstraat en Hubrecht Pool uit de
Kapellestraat het gezouten vlees.30
Bevelhebber van de Zierikzee
Vinckaerts aanstelling als kapitein van de Sandenburg was van korte duur. Omdat
de oorlogsdreiging groot bleef en de Zeeuwse werven niet op tijd voldoende nieuwe
oorlogsschepen konden bouwen, kocht de Zeeuwse admiraliteit in september 1653