26 MARINEKAPITEIN week ter raadsvergadering.104 De nieuwe kapitein kreeg er tijdens deze vergadering behalve een ijzeren stuk geschut nog eens tien man bij. Hoe moeilijk het was de be manning compleet te krijgen, blijkt ook uit het feit dat de constabel die 'bloot' uit Engeland was teruggekeerd, een extra maand gage wist te bedingen. Jan Pauwelsen kreeg orders zich terstond te voegen bij de vloot van luitenant-admiraal Tromp. Toen de vijandelijkheden wat geluwd waren, kreeg Pauwelsen op 6 juli 1653 on danks problemen met de grote mast opdracht naar La Coruna in Galicië te varen om een daar liggend VOC schip naar huis te begeleiden. In november van dat jaar werd hij als kapitein opgevolgd door Gillis Jansen, die tot het schip werd opgelegd het commando zou voeren. In het voorjaar van 1657 verklaarde de raad de Vlis- singen, die in de haven van Veere lag, 'onbequaem' om verder gebruikt te worden en besloot men het schip middels een veiling te verkopen. De Vlissingen wordt het Wapen van de Prins Het was Jan Vinckaert die op 28 maart 1658 'ter raetcamer van den lande' de Vlis singen van de Zeeuwse admiraliteit kocht voor een totaal van 2850.12.6 Vlaams. Omdat de admiraliteit hem meer dan 2000 Vlaams schuldig was aan mond kosten en andere posten, betaalde hij echter slechts 671.6.0. De achterstallige mondkosten werden kennelijk als geldige betaling geaccepteerd, al had Vinckaert nog wel enkele weken nodig gehad om het resterende geld bij elkaar te brengen. Op 1 juni kreeg de equipagemeester van Veere opdracht het schip vast te houden totdat de kooppenningen waren voldaan.105 Waarschijnlijk heeft Vinckaert kort voor 20 juni 1658 betaald of een borgstelling afgegeven, want op die datum verleende de admiraliteit hem akte van decharge 'van den coop van 't schip Vlissingen, ende van de betalinge bij hem daarvoor gedaen'.106 Vinckaert reisde hierop onmiddellijk naar Amsterdam, waar hij op 26 juni als 'schip per ende meester naest Godt van sijnen scheepe genaamt het Wapen van de Prins' met de Amsterdamse koopman Isaack Jan Nijs een bevrachtingscontract sloot voor een reis van Veere naar Archangel en vervolgens naar Livorno.107 De Vlissingen had hij omgedoopt in het Wapen van de Prinseen naam, die we misschien moeten zien als een persoonlijke uiting van loyaliteit aan de op dat moment zeer jonge prins van Oranje. Wellicht heeft hij zelfs nog gelegenheid gehad om een plaatselijke beeld houwer ook daadwerkelijk dit wapen voor de spiegel van het schip te laten snijden. Het bevrachtingscontract d.d. 26 juni 1658 begint als volgt: Compareerde voor mij Adriaen Lock seigneur Isaack Jan Nijs, coopman deser stede en Jan Vinckaert alias Waterdrincker van der Veer, schipper ende meester naest Godt van sijnen scheepe genaamt het Wapen van de Prins, lanck verstevens 132 voeten, wijt 31 voeten, hol 14,5 voet ende daerboven seven voeten, gemonteert met dertich stucken en de gemant met 50 eters. Ende verclaeren ...geaccordeert ende verdraghen te sijn wegens de bevrachtinge van het voorseyde schip in manieren naervolgende Allereerst werd bepaald dat het schip in goede staat moest zijn en 'wel gekalifaat'. In de tweede plaats werd vastgelegd dat de schipper het schip op eigen kosten moest ballasten en moest innemen wat de bevrachter goeddunkte. Vastgelegd werd ook dat de schipper met de eerste goede wind begin juli uit Veere zou vertrekken en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2015 | | pagina 28