Noten
36
MARINEKAPITEIN
1 C.J. Gonnet (ed.), Briefwisseling tusschen de gebroeders van der Goes (1669-1673), 2 dln.,
Amsterdam 1899-1909, dl. I, 28: 29 juli 1659. A. van der Goes schrijft dat comman
deur Tromp 'met notabel silver ende de Spaensvaerders in Texel geluckig [is] gearriveert;
ons cousin Marcellus hadde sijn broeder Nicolaus mede met een goet schip daerheenen
geschickt, die mede geluckich is thuysgekomen met goet cargo'.
2 Zie M.S. Polak, Historiografie en economie van de De muntproductie van de
Republiek (1606-1795) DeelII: Bijlagen, Amsterdam, 1998, 125. In 2013, toen het on
derzoek voor dit artikel grotendeels was afgerond, verscheen A. Scheijde, Mysterieuze
schipbreuken in de Gouden Eeuw, Vlissingen 2013 waarin de ramp met het Wapen van de
Prins uitgebreid wordt behandeld. Alleen bij de bronnen die we dankzij deze publicatie
op het spoor kwamen, wordt naar deze publicatie van Scheijde verwezen.
3 Op 26 juni 1658, toen Jan Vinckaert alias Waterdrinker, schipper van het Wapen van de
Prins, met bestemming Archangel-Livorno te Amsterdam een bevrachtingcontract met
de bevrachter Isaack Jan Nijs afsloot, werd het Wapen van de Prins nader gespecificeerd:
'132 voet x 31 voet; 160 last; 30 gotelingen'. Stadsarchief Amsterdam, Notarieel archief,
toeg.nr. 5075, indexnr. 358501, nr. 2204-933. Een jaar na de ramp meldt Van der Goes
aan zijn familie dat er ten tijde van de ondergang van het schip 44 stukken geschut aan
boord waren. Gonnet, Briefwisseling, dl. I, 40, brief van A. van der Goes d.d. 28 oktober
1659.
4 Volgens de Middelburgse koopman Marcelis van der Goes aangehaald in een brief van
A. van der Goes uit Den Haag d.d. 28 oktober 1659, waren 115 personen omgekomen,
'daeronder Lieven van der Goes, soon van ons broeder Christiaen'. In totaal 'waeren daer
121 personen op, daervan vijff syn aangecomen, vier bootsgesellen en een Spangart,
doch de leste is datelick gesturven'. Gonnet, Briefwisseling, dl I, 40. Macaré noemt een
getal van 101 zielen. Volgens het bevrachtingscontract met Nijs was een bemanning van
50 voldoende.
5 Vermoedelijk een rijk versierd miniatuurpaard van email. Zie ter aanvulling op Hol-
lantze Mercurius ook Joannes Cluever, Historia totius mundi Amsterdam 1668, http://
uni-mannheim.de/mateo/camenaref/cluever/books/cluever_16.xml: 'Subortis denuo
procellis Batavorum res, haud leviter affligitur, variae ipsorum naves, variis partibus, qua
mari hauriuntur, qua scopulis alliduntur, Capitaneus Waterdrincker Gadibus in patriam
redux, navem multis divitiis, insignique equo, Principi Auriaco, ab Hispaniarum Rege
dono dato, onustam, quasi in conspectu Selandiae amisit.'
6 Mededeling van de Servicedesk Rijkswaterstaat april 2015 die het astronomische getij
voor de dag van de ramp berekende en concludeerde dat het op zaterdag 18 oktober
1659 springtij was. Gerekend naar de Amsterdamse tijd komt Rijkswaterstaat op een
laagwaterstand om 21:12 uur van -245 cm; afwaaiing door een daarvoor opgetreden
zuid- tot zuidwesterstorm die voorafging aan de hevige depressie waarin Vinckaert te
recht kwam kort na 17:00 uur met een snel naar het noorden draaiende storm zal wel
licht een beslissende invloed hebben gehad op de mogelijkheden over de Steenbank te
komen. Vriendelijke mededeling G.X. Meijer.
7 Felix Archief Antwerpen, Insolvente Boedelskamer (FAIB), inv.nr. 841.
8 3 (Duitse) mijlen is gelijk aan 22 kilometer; FAIB, inv.nr. 841.
9 FAIB, inv.nr. 841.
10 In zijn brief van 22 oktober 1659 (4 dagen na de ramp) aan Jacobus de Bruijne schatte
Pieter Macaré dat Amsterdams zilver eenmaal in Middelburg 11/26 (42%) meer zou op
brengen. Na aftrek van vracht- en onkosten 1/8 (12,5 bleef er volgens zijn calculatie
1/4 (25%) meer opbrengst. FAIB, inv.nr. 841.
11 Vice-Admiral John Lawson to Admiralty Committee, 19 oktober 1659, in: Calendar of
State Papers, Domestic: Interregnum, 1659-1660, 499; http://www.british-history.ac.uk/
report.aspx?compid-54593.