MARINEKAPITEIN
41
een slotenmaker, 65 werk van de huistimmerman, 25 metselwerk aan het kombuis,
51 blokmakerswerk, 34 vlaggen en vanen, 6 reuzel en vet, 7 zeep, olie, roet en
traan, 120 beslag van koper aan het kombuis, 9 levering van 460 lb platlood door
de loodgieter, 61 levering van 30 nieuwe liggers door de kuiper, 14 280 lb roet en
12 ellen wantlaken, 2 48 ballastmanden, 0.8.0 10 ballastmanden, 10 schilderen
schip en leverantie van verf door schilder Pieter Vinson, 28 levering van kardoespapier
en andere zaken door de boekbinder, 58 kompassen, nachtglazen, lantaarns, zandlo
pers etc. door Heyndrick Crijnssen, kompasmaker, 9 daggelden aan de ploeg van de
scheepstimmerman, 35 buitengewone, kleine en dagelijkse onkosten van de equipage
meester.
99 Nationaal Archief, Archief Staten van Generaal 1550-1796, inv.nr. 5548: Cornelis Man-
gelaar wordt op 11 mei 1652 de nieuwe kapitein van de Vlissingen. Een rekest van de
weduwe Mangelaer werd goedgekeurd op 5 mei 1653, waarin zij betaling wilde van
495.16.8 over het mondkostgeld van 25 soldaten op het schip van haar man tussen 9
april 1652 en 14 maart 1653. 'Gesien de verclaringe van den commissaris Broecker is
goetgevonden dat deselve betalinge sal werden gedaen van 494.12.2 daervan ordon
nantie sal worden gemaeckt'.
100 NAA, inv.nr 2472, d.d. 19 juli 1653. Idem, inv.nr. 2471, d.d. 15 maart 1653: De fluit
die door kapitein Mangelaer op zijn reis naar de Caribische eilanden werd veroverd,
werd op verzoek van de Zeeuwse admiraliteit door scheepstimmerlieden geïnspecteerd
om te kijken of het oorlogsklaar gemaakt zou kunnen worden. Volgens de inspecteurs
zou dit meer dan 6000 gulden kosten, waarop besloten werd het bij eerste gelegenheid
te verkopen. Het was met het oog op de binnenkort te verwachten confrontaties met de
Engelsen dringend nodig om alle in Vlissingen en Veere liggende oorlogsschepen met
de meeste spoed op 'stroom te brengen'. Er moest dag en nacht worden getimmerd en
de kapiteins ervan moesten ze met gezwinde spoed voorzien van het benodigde bier en
levensmiddelen. NAA, inv.nr. 2471 d.d. 22 febr. 1653.
101 Alles volgens de weduwe Mangelaer in een rekest aan de Zeeuwse admiraliteit, NAA,
inv.nr. 2471, d.d. 5 mei 1653. In een resolutie van 17 mei wordt dat nog eens bevestigd;
de schrijfster van het verzoekschrift moet zich adresseren aan de overgebrachte personen
om aan haar geld te komen. Zij wilde een vergoeding van mondkosten voor 29 man
271.15.-), waarvan één persoon tussen 26 september 1652 tot 26 januari toen deze
was overgegaan op 't schip van Jan Le Sage. Dit alles volgens de verklaring van Jean
Souchelle, schrijver op de Vlissingen. De admiraliteit besluit op dit rekest dat 'gezien de
verklaring en de lijst met personen' de weduwe Mangelaer zelf haar best moest doen de
penningen te verkrijgen van de overgevoerde personen. Kennelijk liet zij het er niet bij
zitten, want op 16 mei 1653 werd er opnieuw een rekest van de weduwe behandeld,
waarin zij vroeg om betaling van de mondkosten van de meegenomen 29 personen 'soo
schippers als slechte maets' van schepen die in de orkaan verloren waren gegaan. Er werd
nu wel een ordonnantie van betaling verleend.
102 S.R. Gardiner (ed.), Letters and papers relating to the First Dutch war, 1652-1654. Lon
don 1906, vol. III, 228.
103 C.T. Atkinson (ed.), Letters and papers relating to the First Dutch War, 1652-1654. Lon
don, 1910, Vol. IV, 192.
104 NAA, inv.nr. 2472, d.d. 16 juni 1653.
105 NAA, inv.nr. 2477, d.d. 1 juni 1658.
106 NAA, inv.nr. 2477, d.d. 20 juni 1658.
107 Stadsarchief Amsterdam, Notariële archieven 2204/933 notaris A. Lock), toeg.nr.
30452, inv.nr. 426.
108 Stadsarchief Amsterdam, Notariële archieven, toeg.nr. 5075, inv.nr 2119A, akten geda
teerd 27 december 1658- 9 januari 1659 (fotonummer 266 e.v.). Getuigenverklaringen
van Joan Hebdon, commissaris van de vorst van Moscoviën in Amsterdam, meegeva-
ren met 't Witte Lam spreekt van in totaal 35 pakken juchten van verschillende mer-