REDELIJKE REYZE 49 goederen bijgehouden in een 'Kladboek van de Negotie gedaan in de Spaanse West Indien voor reekening van de Commercie Compagnie ...'.31 De gegevens daaruit werden overgebracht naar het 'Cargaboek' waarin keurig soort bij soort werd geno teerd voor welke bedragen de goederen waren ingekocht en wat ze hadden opge bracht. Zo werd ook verantwoord wat onverkocht bleef of wat gebruikt was voor schip en bemanning zoals zeildoek en oude kaas.32 De inkoop van de retouren en de administratie van de voor rekening van derden meegegeven handelswaar werden eveneens opgetekend in dit cargaboek evenals diverse onderweg uitgegeven gelden. Voor de Jonge Jacob gold dezelfde procedure.33 De Eendracht had ongeveer 190 pakken en kisten aan boord met zo'n twintig soorten textiel aan de el van diverse origine en in verschillende kwaliteiten.34 Een groot deel daarvan bestond uit eenvoudig linnen en halflinnen textiel waarvan de inkoopprijs tussen de 3,5 en 4,5 stuiver per el had gelegen. Apart verpakt in de 'Scheepskist' - misschien in de kajuit gestuwd - waren zeer kostbare stoffen en fournituren, zoals zijden weefsels en kousen, goud- en zilverpassementen en diverse soorten kant. Er was bijvoorbeeld een stuk blauw met goud doorweven damast bij van 20,5 el dat 13 gulden per el had gekost. Verder waren er vier kisten met hoeden, totaal 489 stuks, en een uitgebreide sortering gebruiksartikelen. Sommige daarvan waren niet bijzonder zeldzaam of duur maar wel onmisbaar zoals dertien gros pij pen met bijbehorende pijptabak, bij elkaar voor de som van 18 gulden ingekocht, en 360 dozijn sets speelkaarten voor nog geen gulden per dozijn. Specerijen, kaas, spijsolie, olijven en sterke drank waren consumptieartikelen. Papier, waskaarsen en blokken was en talk om kaarsen van te maken, inktpotten, kandelaars en spiegels waren bestemd voor gebruik in het dagelijks leven, evenals vaat- en glaswerk. Aan metaalwaren had de Eendracht zeventien kisten met geweren, pistolen, kogels, hak messen, scharen en scheermessen aan boord met bovendien nog ruim 4.000 pond aan dreggen en staafijzer. Aan waarde zat ongeveer een derde deel van de 60.000 gulden cargasoen in deze diverse goederen en tweederde in textiel. Behalve het cargasoen voor rekening van de Compagnie werden goederen voor particuliere rekening van derden meegenomen, het 'halfwinstcargasoen'. Voor de moeite van het verhandelen ontving de Compagnie naar keuze de helft van de winst behaald op de verkoop of een provisie van 16%.35 De aard van de meege geven goederen was vergelijkbaar met het cargasoen en de totale waarde bedroeg ruim 10.000 gulden. De Jonge Jacob had dezelfde soort goederen aan boord als de Eendracht. De Jonge Jacob was echter groter en kon meer laden zodat daar het cargasoen van de Compagnie uitkwam op 105.000 gulden. De halfwinst goederen hadden een waarde van bijna 13.700 gulden.36 Begin september 1738 waren de voorbereidingen zover gevorderd dat de directie de instructies voor de kapiteins definitief vaststelde hoewel de internationale si tuatie toch wel zorgen baarde, vooral door dreigende conflicten tussen Engeland en Spanje. In de notulen van de directievergadering op 2 september werd de te varen route kort samengevat: beide schepen moesten - eenmaal aangekomen in de Caraïbische Zee - hun handel beginnen op de kust van Venezuela, de 'boven- kust' genoemd, en vervolgens naar de 'benedenkust' gaan, de regio van Cartagena (Colombia) en Portobelo (Panama). Indien daar niet voldoende handel te vinden was moesten ze oversteken naar Cuba en eventueel op de terugreis Santo Domingo aandoen om wat ontvangen contanten te besteden aan indigo.37 Nadat de directeu-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2015 | | pagina 51