REDELIJKE REYZE
51
van de hoeveelheid retourgoederen die ze aan boord mochten hebben. Dit zou
voor de Commercie Compagnie zeer nadelig zijn. Wellicht konden ze met de locale
scheepvaart brieven via Curasao versturen. Ook via Santo Domingo en Jamaica was
post mogelijk. Voorts werd hen op het hart gedrukt zich strikt te houden aan de af
spraak dat zij en hun officieren absoluut geen eigen cargasoen mochten meenemen
en dat de matrozen niet meer bij zich hadden dan toegestaan. Overtredingen kon
den gestraft worden met verbeurdverklaring van maandgelden en premies. Tijdens
het verhandelen van het cargasoen moest goed opgelet worden of de kwaliteit en
kwantiteit van de goederen overeenkwamen met de opgaven van de leveranciers.
Het was wel voorgekomen dat het niet klopte. Behalve dat kapiteins en officieren
de discipline moesten handhaven, dienden zij ook zelf het goede voorbeeld te geven
en hun plicht te doen. Het laatste artikel, art. 18, gaf aanwijzingen betreffende de
vlagvoering bij thuiskomst.
De 'Conditie' ook wel 'Articulen ende Ordre' genoemd, behelsde de voorwaarden
waarop de hele bemanning dienst genomen had.42 Het document was dan ook
door ieder bemanningslid in aanwezigheid van de waterschout ondertekend of met
een merktekentje bij zijn naam bevestigd. Naast een opsomming van de werk
zaamheden die de bemanning had uit te voeren werd erin vermeld wat de emo
lumenten waren. De matrozen mochten voor 75 gulden aan goederen meenemen
om zelf te verhandelen, het 'gepermitteerd cargasoen' of 'vrijdom' genaamd. Voor
de officieren en gekwalificeerden was de regeling dat zij gezamenlijk 10% van de
handelswinst zouden ontvangen, maar dan ook absoluut niets mochten meenemen
ter eigen verhandeling.43 Dit werd de 'Recognitie' genoemd en vastgelegd in een
notariële akte. Die 10% - opgedeeld in 72 parten - werd na thuiskomst onder de
daartoe gerechtigden verdeeld naar rato van hun rang:
kapitein 24 parten
opperstuurman, oppermeester 8 parten
onderstuurman 6 parten
derdewaak, timmerman 4 parten
secretaris 3 parten
ondermeester, bootsman, bottelier, kok, konstabel 2 parten
zeilmaker, timmermans-,bootsmans- konstabelsmaat 1 part
kuiper tevens botteliersmaat 1 part
Het bootsmansbriefje bevatte de inventaris van het schip en in de facturen werd
het geladen cargasoen opgesomd.44 Vóór vertrek werd de lading aangegeven bij de
Westindische Compagnie.45 Het handelsgebied viel onder het monopolie van de
WIC, maar deze gaf toestemming om daar te varen en handel te drijven tegen beta
ling van een 'recognitie', 2% van de waarde van de cargasoengoederen.46 Daarmee
werd tevens vrijstelling verleend van overheidsheffingen als octrooien en licenten.
Volgens de interne boekhouding van Commercie Compagnie waren de cargasoe-
nen geladen in de Jonge Jacob 101.975 gulden waard en die in de Eendracht 61.351
gulden. Ze werden echter aangegeven voor respectievelijk 18.600 en 15.600 gul
den, waarvoor 372 en 312 gulden recognitie betaald werd. Dat was dus ver beneden
wat het had moeten zijn. Om dat geaccepteerd te krijgen was nog wel een bijdrage
nodig voor 'bekende vrinden'. Deze ontvingen per schip 50 gulden.47