108 JAARVERSLAGEN 2016 Verenigde Staten van Amerika. De indianen, de oorspronkelijke bevolking, wer den van hun woongebieden verdreven en zagen hun levenswijze in een snel tempo verloren gaan. Behalve missionaris was De Smet ook een pleitbezorger voor de indianen en bemiddelde met de Amerikaanse regering. Door de indianen werd hij 'Grote Zwartrok' genoemd. Hij was ook aanwezig bij de vredesconferentie met de Sioux in Fort Rice in 1868. Tijdens zijn, vaak avontuurlijke, reizen en ontmoetin gen met verschillende volken schreef hij brieven en hield hij een dagboek bij over zijn belevenissen op de indiaanse prairie. De pater werd begraven op een oud indi- anenkerkhof in Florissant (Missouri) en later herbegraven te Saint-Louis. Op de expositie in Gent werden kledingstukken en gebruiksvoorwerpen tentoon gesteld van de Zwartvoet- en Salish-indianen uit de verzameling etnografica van het Zeeuws Genootschap. De voorwerpen zijn afkomstig van Meinard Sprenger (1860-1951) die zijn collectie naliet aan het Genootschap. Sprenger woonde aan het einde van de negentiende eeuw in het gebied van de Zwartvoet indianen in het Canadese deel van Great Plains en was zeer geïnteresseerd in hun manier van leven. Hij kocht regelmatig kledingstukken en voorwerpen die zij op dat moment gebruikten. In het verslagjaar is verder gegaan met het aanvullen en bij elkaar zoeken van gege vens van objecten geschonken in vooral de negentiende eeuw aan de hand van het archief van het genootschap. Er waren dit jaar geen aanwinsten. Natuurhistorische voorwerpen De conservator drs. G. R. Heerebout bericht als volgt: In de loop van het verslagjaar heeft de directeur van het Zeeuws Museum een beleidsnotitie: 'Wetenschapsbeoefening in het Museum' vastgesteld. Hierdoor wordt het werk van de conservatoren van het Genootschap, die werkzaam zijn in het museum, beter ingekaderd. Opnieuw werd veel tijd besteed aan de inventarisatie van de fossiele zeepokken. Voor een deel waren deze als zodanig verzameld en voor een deel werden deze aangetroffen op fossiele schelpen en ook op fossiele en sub-fossiele botten. Interes sant daarbij was dat bij navragen bleek dat bacteriën onder de bodemplaat van de zeepokken het botmateriaal soms kunnen aantasten, waardoor na verlies van de pokken ronde afdrukken op het bot aanwezig zijn. Dit verschijnsel draagt dan weer bij aan de kennis van de tafonomie van fossiele botten. Determinatie van de onderzochte fossiele zeepokken op soort bleek moeizaam, aangezien de sluitklepjes altijd ontbreken. Alleen aan de hand van deze sluitklepjes is een zekere determinatie mogelijk. Desalniettemin is uiteindelijk een aantal fossiele zeepokken toch met een redelijke zekerheid van een soortnaam voorzien. Het onderzoek naar de schildpadden in de collectie (en naar schildpadden in het algemeen in Zeeland) werd voortgezet. De krantenbankzeeland.nl leverde veel nieuwe gegevens op, ook over het materiaal dat in de collectie aanwezig is. Een publicatie hierover is in voorbereiding. Eind 2016 werd een begin gemaakt met de beschrijving van de xylotheek. Welis waar bestaat hierover een catalogus met lokale namen, maar om deze lokale namen te herleiden tot de wetenschappelijke namen zal veel tijd vergen. Wellicht is spe cialistische hulp hierbij nodig. Het kan mogelijk noodzakelijk blijken kleine cou pes van de houtmonsters te maken om microscopisch de houtanatomie te kunnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2016 | | pagina 110