Noodsituatie: schadebeperking en noodhulpverlening
26
ZOETE WAAN
bleek men slecht voorbereid. Het ging om een milieuramp van grote omvang die
niet alleen voor Zwitserland maar voor veel Europese landen ingrijpende gevolgen
had.23
Stormvloeden in het Zeeuwse verleden
Eeuwenlang zorgden de getijdestromingen in het estuarium voor een voortdurend
proces van landafzetting en landverlies. De wijze waarop men omging met het water
evolueerde in de loop der tijd, waarbij de overstromingen vaak markeringen vorm-
den.24 Zo ging men mede door de stormvloed van 1134 op grotere schaal dijken
aanleggen met als gevolg dat Zeeland een steeds vastere vorm begon te krijgen.25
Door de toenemende bedijkingen werden de eerste contouren van een waterstaat
kundige organisatie zichtbaar. Vanwege de vele overstromingen tussen de twaalfde
en de vijftiende eeuw wisten de Zeeuwse ambachtsheren een stevige machtspositie
te verwerven ten opzichte van de landsheer. Deze positie was overigens sterker dan
in de buurgewesten Holland en Vlaanderen.26
De overstromingen maakten de financiële positie van de Zeeuwse polders er niet
gemakkelijker op en de druk op de provinciale kas groeide in de loop der eeuwen.
Toen noodweer in 1714 en 1715 opnieuw leidde tot een hausse aan subsidieaanvra
gen besloot de provincie dat er duidelijkheid moest komen in de administratie van
de polders. De Staten van Zeeland deden daarop een eerste poging tot het opstellen
van algemene regels voor de Zeeuwse polders en waterschappen.27 Voor het eerst
werd de term 'calamiteuse polders' gebezigd voor die polders die het dijkonderhoud
niet meer zelf konden financieren. Na veel discussie kwam in 1791 het 'Generaal
Reglement op het bestier der Dykagien binnen de Provintie Zeeland' tot stand,
waarin voor het eerst een regeling voor de calamiteuze polders binnen geheel Zee
land formeel werd vastgelegd.28
De keizerlijke decreten van 1811 van Napoleon Bonaparte, tot stand gekomen na
de watersnoodramp van 1808 en de rivieroverstromingen in 1809, zorgden voor
een verdere uniformering van het bestuurlijk en financieel stelsel van de polderbe
sturen. Hoewel aan de versnippering van de vele waterschappen en polders in Zee
land geen einde kwam, waren de afzonderlijke polderreglementen nu verwerkt in
een algemeen geldend reglement, met bijzondere regelingen voor de afzonderlijke
polders. In 1841 werden de decreten officieel afgeschaft, maar ze zouden de basis
blijven vormen voor het nieuwe 'Algemeen Reglement voor de Polders en Water
schappen in Zeeland'.29
De watersnoodramp van 1953 zorgde uiteindelijk behalve voor het ingrijpende
Deltaplan ook voor een grootscheepse hervorming van het waterschapsbestel in
Zeeland die in 1969 werd afgerond met het bijeenvoegen van de ruim driehonderd
Zeeuwse waterschappen tot negen grote waterschappen.30
Op 12 maart 1906 voorspelden de weersomstandigheden weinig goeds. Er werd
springvloed verwacht, terwijl in de ochtend een zuidwester storm opstak. In de
loop van de dag draaide tijdens hoogwater de wind van west naar noordwest. Door
de storm werd op sommige plaatsen een golfverheffing van vier a vijf meter boven