- - - - - ZOETE WAAN 27 hoogwater bereikt.31 De grote massa water die vanuit het zuidwesten eerst naar de Zeeuwse kust was opgestuwd, werd door de draaiende wind de zeearmen inge jaagd. Achterin de Ooster- en Westerschelde, waar de zeearmen steeds smaller wor den, werden waterstanden gemeten die ongeveer één meter hoger lagen dan bij de zeemonding (tabel 1). Het is dan ook in deze, meer landinwaarts gelegen gebieden waar Zeeland in 1906 het zwaarst geteisterd werd door overstromingen.32 Ruim 3600 hectare, zo'n twee procent van het gehele Zeeuwse grondgebied, inundeerde. Tholen, Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen, waar op meerdere plaatsen zee- en binnendijken doorbraken, werden het ergst getroffen.33 Tabel 1: Waterstanden 12 maart 1906 Waarnemingspunten Dagelijks laagwater gemiddelde eb over 1891-1900 beneden N.A.P. Dagelijks hoogwater gemiddelde vloed over 1891-1900 boven N.A.P. Hoogte v.d. stormvloed op 12 Maart 1906 Boven N.A.P. Boven hoogwater Wester-Schelde Westkapelle -1,62 1,53 3,75 2,22 Wielingen -1,78 (beh. 1900) +1,70 3,92 2,22 Vlissingen -1,87 1,72 3,92 2,2 Breskens -1,87 1,76 4,15 2,37 Z.-Kraaiert -1,92 1,94 4,1 2,12 Borsele 3,98 2,24 Ellewoutsdijk -2 1,83 4,1 2,25 Terneuzen -1,98 1,85 4,27 2,44 Hoedekenskerke -2 1,86 4,39 2,48 Hansweert -2,11 1,95 4,6 2,63 Walsoorden -2,13 1,99 4,6 2,61 Waarde -2,16 2,02 4,7 2,65 Zimmerman Polder 2,66 Bat -2,10 (beh. 1892) +2,20 (beh.1892) +4,83 2,58 Ooster-Schelde Veere -1,4 1,39 3,75 Burg -1,37 1,24 2,2 Vlietepolder -1,35 1,3 2,1 Kolijnsplaat -1,45 1,26 2,54 Zierikzee -1,47 1,25 3,83 2,53 Oost-Beveland -1,55 1,37 4,08 2,7

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2016 | | pagina 29