de binnendijken. Na veelvuldig aandringen zou het waterschap toch toestemming
krijgen, aangezien het ging om een dijk die allang geen waterkerende functie meer
had.147
ZOETE WAAN
47
Afb. 4. Doorbraak binnendijk van de Slabbecoornpolder. ZB-Planbureau en Bibliotheek van
Zeeland /Beeldbank Zeeland, nr. 17525.
Op 1 november 1906 waren alle door het waterschap voorgenomen werken afge
rond. Naast het verhogen en verzwaren van de zeedijken, was de scheidingsdijk
tussen de polders Slabbecoorn en Oud-Kijkuit verhoogd, waren coupures in de
scheidingsdijken verhoogd of aangepast, was de voor de noodwerkzaamheden weg
genomen grond teruggeplaatst en waren uitwateringsduikers hersteld of vernieuwd.
Tegen de huizen in de Oud-Vossemeerse haven was een muur geplaatst en waren
de ramen en deuren van vloedplanken voorzien.148 Door het waterschap de 'Vrije
polders onder Tholen' werden, over een gering aantal meters, de binnendijken
die grensden aan het waterschap Oud-Vossemeer verhoogd. In de tien jaar na de
stormvloed werden de zeedijken nog enkele malen verbeterd.149
Ook op beleidsmatig niveau werden de nodige maatregelen genomen. Zoals in het
voorgaande werd beschreven, werd door de vergadering van ingelanden van het
Waterschap Oud-Vossemeer besloten om voortaan de kosten voor herstel, verbe
tering en onderhoud van de zeewering gezamenlijk te dragen. Nog in september
1906 diende het waterschap een voorstel tot wijziging van het bijzonder reglement
in bij Provinciale Staten en stelde daarbij dat dit 'de eenige goede uitweg in de
uiterst moeilijke omstandigheden waarin het waterschap verkeerde' zou zijn.150 De
naastliggende waterschappen Sint-Maartensdijk en De Vrije polders onder Tholen
volgden dit voorbeeld en gaven te kennen dat zij het bijzonder reglement wilden wij
zigen om tot een betere samenwerking te komen.151 De Vrije polders onder Tholen
meenden dat het 'beeter en voordeliger is in kalme tijden samen te werken om
rampen te voorkomen dan na een ramp elkaar te steunen'. Overigens werd bij