72 ZOETE WAAN AWVvS/Clarapolder, inv.nr. 9; Verslag Clarapolder dienstjaar 1905-1906, AWZ-V, AW- VvS/Clarapolder, inv.nr. 21; Verslag wijze dichting doorbraak Clarapolder door opzich ter Provinciale Waterstaat, bijlage III bij schrijven nr. 245, 3 juli 1906, ZA, AIT 1882 1958, inv.nr. 109. 123 VCr, 16 maart 1906, 2. 124 TNschCr, 29 maart 1906, 2. 125 Schrijven hoofdingenieur Hogerwaard aan GSvZ, nr. 792 C/55, 2 april 1906, ZA, PBvZ 1851-1910, inv.nr. 3631. 126 ZA, PBvZ 1851-1910, inv.nr. 3610; Schrijven CvdK Zeeland aan minister Veegens, nr. 332, 15 maart 1906; Telegram burgemeester Hontenisse aan CvdK Zeeland, 15 maart; Telegram minister Veegens aan CvdK Zeeland, 16 maart 1906; Telegram minister van Oorlog aan CvdK Zeeland, 16 maart 1906. 127 AxCr, 31 maart, 2. 128 Schrijven hoofdingenieur Hogerwaard aan GSvZ, nr. 649 C/37, 20 maart 1906, ZA, PBvZ 1851-1910, inv.nr. 3630-3632; Rapportage bezoek Hontenisse hoofdingenieur Hogerwaard aan GSvZ, nr. 661 C/38, 21 maart 1906, ZA, PBvZ 1851-1910, inv.nr. 3630; Rapport opzichter Van Eijk dienstkring Terneuzen, nr. 759 C/225, 18 augustus 1906 (datum bijgevoegd kaartmateriaal), ZA, AIT 1882-1958, inv.nr. 109; AxCr, 28 maart, 2. 129 Schrijven minister Veegens, nr. 3185, 10 april 1906, ZA, archief Rijkslandbouwconsu- lent voor Zeeland (Rijkslandb. cons. Zld.), inv.nr. 150; Schrijven I.G.J Kakebeeke aan burgemeester Krabbendijke, nr. 431, 13 mei 1906, GaR, AgK 1816-1969, inv.nr. 175. 130 Rapport CvdK aan de MinBiZa, nr. 1969, 31 mei/2 juni, ZA, PBvZ 1851-1910, inv.nr. 3617. 131 Schrijven hoofdingenieur Hogerwaard aan GSvZ, 14 maart 1906, ZA, PBvZ 1851 1910, inv.nr. 3629. 132 Provinciaal Verslag over 1906, 94-110. 133 Opgave van gedane dienstreizen 1e en 2e kwartaal 1906 hoofdingenieur Hogerwaard, PBvZ 1851-1910, inv.nr. 3633; Opgave van gedane dienstreizen 1e en 2e kwartaal 1906, ZA, PW, Ing Goes, inv.nr. 427; Opgave van gedane dienstreizen 1e kwartaal 1906, PW I/TA, inv.nr. 426. 134 A. Hollestelle, Geschied- en waterstaatkundige beschrijving van de waterschappen en polders in het eiland Tholen. Tholen, 1919, 551. A.A. Beekman, De vloed van 12 maart 1906 in Zeeland. In: Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap, dl. 23, Amsterdam, 1906, 839-876, aldaar 872. 135 Rapportage nadelige gevolgen overstroming van Rijkslandbouwleraar I.G.J. Kakebeeke, 5 september 1906, ZA, Rijkslandb. cons. Zld., inv.nr. 23; Rapportage bezoek getroffen gronden op 5-7 april 1906 aan minister van Landbouw Veegens, z.d., ZA, Rijkslandb. cons. Zld., inv.nr. 150, 4-6, 9-10. 136 Overzicht van den invloed der overstromingen op 12/13 maart in de provincie Zeeland op de cultuur der geïnundeerde gronden, z.d., ZA, Rijkslandb. cons. Zld., inv.nr. 23. 137 Rapportage nadelige gevolgen overstroming van Rijkslandbouwleraar I.G.J. Kakebeeke, 5 september 1906, ZA, Rijkslandb. cons. Zld., inv.nr. 23; Rapportage bezoek getroffen gronden op 5-7 april 1906 aan minister van Landbouw Veegens, z.d., ZA, Rijkslandb. cons. Zld., inv.nr. 150, 4-6, 9-10; Circulaire PWC, 4 mei 1906, ZA, Rijkslandb. cons. Zld., inv.nr. 150. 138 I-ThCr, 16 juni 1906, p2. 139 A.A. ter Haar, De cultuur in de in de in 1906 in Zeelandondergeloopenpolders. Den Haag, 1910, 32-33. De ondervindingen na de verschillende overstromingen in de negentiende eeuw verschilden overigens slechts weinig van die, die al in 1793 voor een prijsvraag van de Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem werden beschreven. 140 Voorjaarsvergadering, 19 april 1906, ZA, archief Zeeuwse Landbandbouwmaatschappij, inv.nr. 7; Lezingen Rijkslandbouwleraar, staat over 1907 en 1908, bijlage bij schrijven

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2016 | | pagina 74