JAARVERSLAGEN 2015
91
en De Clercq biedt ons een heel nieuwe invalshoek. Door veel nauwkeuriger vast
te stellen van welke steensoorten de votiefstenen gemaakt zijn en uit welke groeves
die kwamen, komen we meer te weten over de beschikbaarheid van het materiaal,
de transportlijnen, de voorkeur van de schenkers, hun financiële reikwijdte en der
gelijke. Dreesen, Van Haelst en De Clercq nemen in hun onderzoek alle Nehalen-
niastenen mee, zowel in Zeeland als daarbuiten. In januari 2016 zullen ze voor het
resterende aantal stenen terugkomen en in april van datzelfde jaar zullen zij op het
driedaags geologisch congres 'Roman ornamental stone in North-Western Europe'
in het Gallo-Romeinse Museum van Tongeren een eerste verslag uitbrengen van
hun bevindingen. Ze concludeerden, dat dit onderzoek veel bruikbare nieuwe
inzichten zal opleveren.
Tom Hazenburg, gastcurator van de tentoonstelling, 'De Romeinse Kust' (van
Texel tot Zeeland), die eind maart 2016 in het RMO te Leiden zal openen, maakte
in de SCEZ kennis met de KZGW-conservator en stelde voor ook een vitrine met
KZGW-vondsten van het Domburgs-Oostkapelse strand in te richten. In overleg
met conservator C. van Santen van het Zeeuws Museum en H. Hendrikse, depot
beheerder van de SCEZ, een klein aantal representatieve en aansprekende objecten
uitgekozen die vanaf maart 2016 twee jaar lang op reis zullen gaan langs drie musea:
Het huis van Hilde in Noord-Holland, het Archeologiehuis Zuid-Holland en een
nog onbekende expositieruimte in Zeeland. Bureau Hazenburg voerde in 2007
2008 op verzoek van het Zeeuws Genootschap de inventarisatie van de archeologi
sche collectie uit. Tijdens het kennismakingsgesprek in november zijn ook de vele
'losse eindjes' van dat project doorgenomen. Hazenbenburg zal proberen achter de
ontbrekende gegevens aan te gaan.
Handschriften
De conservator drs. R.M. Rijkse bericht als volgt:
Het jaar 2015 stond voor een groot deel in het teken van de voorbereidingen voor
het digitaliseren van de handschriften van het Genootschap in het kader van het
landelijke project Metamorfoze. In het kader van dit programma wordt de digita
lisering van het archief (1769-1969) en de handschriftencollectie van het Genoot
schap gefinancierd. Hiervoor is 350.000 ter beschikking gesteld. Aanvrager en
uitvoerder van het project is het Zeeuws Archief dat hiervoor samen werkt met het
Genootschap en de Zeeuwse Bibliotheek. Het archief en de handschriftencollectie
bevatten circa 275.000 pagina's. Het beheer van het archief, circa 10 meter, is in
handen van het Zeeuws Archief, terwijl de Zeeuwse Bibliotheek de handschrif
tencollectie, circa 30 meter, onder haar hoede heeft. Het archief en de handschrif
tencollectie van het Genootschap - het oudste Genootschap van Nederland dat
zijn verzamelingen nog altijd in eigendom heeft en ook nog actief verzamelt - zijn
van (inter)nationaal belang en bevatten naast de geschiedenis van het Genootschap
documenten uit de vijftiende tot en met de negentiende eeuw op het gebied van
theologie, astronomie, landmeetkunde, archeologie, geschiedenis, natuurlijke his
torie, land- en volkenkunde, literatuur en geneeskunde. Ook speelde het Genoot
schap een belangrijke rol bij wetenschapsvragen, bijvoorbeeld door het uitschrijven
van prijsvragen.
Het restauratieatelier van het Zeeuws Archief voert de conservering van het archief
en de handschriftenverzameling uit. Voor de digitalisering is de opdracht gege-