Missus Scholieren als spelgemeenschap Binnen de context van dit artikel voert het te ver om de hele wisselwerking tussen de zelfwaardering van Missus Scholieren en de waardering van de verzenboeken door de rederijkers zelf te bespreken. Daarom zal in dit artikel alleen ingegaan wor den op het geheel aan praktijken in de kamer Missus Scholieren, waarbinnen de verzenboeken konden ontstaan. Met praktijken worden patronen van activiteiten, zoals de wekelijkse bijeenkomsten in de winter, bedoeld. Binnen die praktijken kwam de productie en waardering van de verzenboeken en de zelfwaardering van de Veerse rederijkers tot stand. Alleen door het geheel van die praktijken te analyseren, kan uiteindelijk de zelfwaardering van Missus Scholieren en de waarde van de ver zenboeken voor deze rederijkers begrepen worden binnen de context van het hele handelen van de kamer. Bovendien kan een analyse van de praktijken van Missus Scholieren gebruikt worden als basis voor een onderzoek naar de praktijken van kamers die veel eerder verdwenen. Het geheel van praktijken van Missus Scholieren zal geduid worden aan de hand van het begrip 'spel' van de historicus Johan Huizinga, zoals hij dat uiteenzet in zijn boek Homo ludens. Kenmerkend voor het spel is dat het buiten het dagelijkse leven staat waarin mensen bezig zijn met het vervullen van hun morele plichten en het voorzien in hun levensonderhoud.10 De activiteiten van de rederijkers vallen niet in deze categorieën. Bovendien waren leden lid op vrijwillige basis, wat past bij Huizinga's opvatting dat deelname aan het spel nooit afgedwongen kan worden. De wekelijkse bijeenkomsten van de kamer werden daarnaast ook bepaald door vastge stelde regels en begrenzingen in tijd en ruimte, typische kenmerken van het spel.11 Volgens Van Dixhoorn dienden rederijkerskamers geen directe, materiële behoef- te.12 Leden van bijvoorbeeld ambachtsgilden hielden zich allereerst bezig met het vervaardigen van producten om daarmee in hun levensonderhoud te voorzien, maar een dergelijke noodzaak was er niet voor de leden van de rederijkerskamers. Toch kenden de kamers wel allerlei systemen van regels en verplichtingen.13 De praktijken die hieruit voortvloeiden, laten zien dat rederijkers hun missie heel seri eus namen.14 Dat gold ook voor Missus Scholieren. De drie versies van de statuten van deze kamer werden zorgvuldig bewaard en eeuwenlang werden de rekeningboe ken en verzenboeken zorgvuldig bijgehouden en consciëntieus aangevuld. Om te begrijpen waarom mensen zich met een spel bezighouden moet het spel vol gens Huizinga gezien worden zoals een speler het zelf ziet: 'in zijn primaire beteeke- nis'.15 Het perspectief zou dus de waarde moeten zijn die het spel voor de speler zelf vertegenwoordigt. Datgene wat voor de speler op het spel staat, is het succes van het spel of de succesvolle uitvoering van het spel.16 Huizinga wijst erop dat het spel alleen gespeeld kan worden doordat de deelnemers de grenzen van tijd, plaats en bepaalde regels in acht nemen. Als het spel niet op de juiste wijze gespeeld wordt, is het geen spel meer en verliest het zijn waarde.17 Bij Huizinga lijkt de waarde van het spel dus de correcte uitvoering van het spel zelf te zijn - een gegeven dat hij verder niet uitwerkt.18 Wanneer van een organisatie met kenmerken van een spel (een spelgemeenschap) de regels rondom correcte uitvoering geanalyseerd worden, zal blijken wat voor deze gemeenschap in hun praktijken van waarde wordt geacht. In het vervolg van dit artikel zullen daarom deze grenzen van tijd, plaats en regels voor de kamer Missus Scholieren geïnventariseerd worden. Gegevens daarover kun- 104 DE VEERSE REDERIJKERSKAMER

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 106