Bronnen Literatuur DE VEERSE REDERIJKERSKAMER 117 en daarom werden de verzenboeken met hun hoge gebruikswaarde en historische waarde een eeuw lang zo trouw bewaard. Zeeuws Archief, Kamer van Retorica 'Missus Scholieren' te Veere, 1530, 1590-1794, toegangsnummer 2515 (hierna ZA 2515), inv.nr. 2, Akte waarbij burgemeesters, schepenen en raad van Veere de gildebrief, verleend door Adolf van Bourgondië bevestigen en de ordonnantie vernieuwen, 1608 [en 1720]. ZA 2515, inv.nr. 4, Rekeningenboeken. Deel II, 1660-1760. ZA 2515, inv.nr. 5, Rekeningenboeken. Deel III, 1761-1793. ZA 2515, inv.nr. 7, Verzoekschrift van de overdeken, prins en dekens van de kamer van retorica te Veere aan het stadsbestuur van Veere inzake het behouden van de zuidkamer van het stadhuis voor hun bijeenkomsten, met beschikking van het stadsbestuur dat zij in het vervolg bijeen kunnen komen in een kamer boven het Vleeshuis, 1628. ZA 2515, inv.nr. 10, 'No. 1', 1681-1707. ZA 2515, inv.nr. 20, Op rijm gestelde vragen van de prins en antwoorden van de gildebroeders, 1792-1794. Blom, P., '"De zeldzaamheden op het gemeentehuis voorhanden." Het stadhuis van Veere en zijn inrichting'. In: Archief Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der We tenschappen (1994), 21-52. Bruaene, A-L. van, Om beters wille. Rederijkerskamers en de stedelijke cultuur in de Zuidelijke Nederlanden (1400-1650). Amsterdam, 2008. Commissie Zelandia Illustrata, 'Het gebrandschilderde raam van het rederijkersgilde te Veere'. In: Zeeland. Tijdschrift van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap-pen, jrg. 1:0 (1991), 21-23. Dixhoorn, A. van, Lustige geesten. Rederijkers in de Noordelijke Nederlanden (1480-1650). Am sterdam, 2009. Dixhoorn, A. van, 'Monumentalisering van een festival. Het Antwerpse landjuweel van 1561 als historische gebeurtenis'. In: Jaarboek de Fonteine 2011-2012, 2014, 15-42. Dixhoorn, A. van, 'De Rederijkerskamer (1400-1600)'. In: Jeroen Jansen Nico Laan (red.), Van hof tot overheid. Geschiedenis van literaire instituties in Nederland en Vlaanderen. Hilver sum, 2015, 67-91. Huizinga, J., 'Homo ludens. Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur'. In: L. Brummel et al. (ed.), Verzamelde werken V (Cultuurgeschiedenis III). Haarlem: H.D. Tjeenk Willink Zoon, 1950, 26-246. Koppenol, J., 'Wat rijmt er nu op vuurbaken? Het 'termen' van de rederijkers'. In: Literatuur, jrg. 20 (2003), 26-28. Kops, W., 'Schets eener geschiedenisse der Rederijkers'. In: Werken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Deel II. Leiden, 1774, 212-351. Leemans, I. G-J. Johannes, Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700 1800: de Republiek. Amsterdam, 2013. Meertens, P.J., Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft derzeventiende eeuw. Verhandelingen der Nederlandsche Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde, Nieuwe Reeks Deel XLVIII 1. Amsterdam, 1943. Moser, N., De strijd voor rhetorica: poëtica en positie van rederijkers in Vlaanderen, Brabant, Zeeland en Holland tussen 1450 en 1620. Amsterdam, 2001.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 119