Historie Zeeuwse havensteden 126 GEHAVENDE STEDEN Zeeuwse stedenkrimp Wanneer we toespitsen op het bestaande onderzoek naar de vormontwikkeling van Zeeuwse steden valt op dat ook dit grotendeels gericht is op de groei. Daarnaast is doorgaans niet de samenhang tussen verschillende steden, maar het individuele niveau van een stad beschreven in een monografie. Voor het onderzoek zijn deze monografieën uiteraard wel goed bruikbaar. Met het naast elkaar leggen van deze beschrijvingen is het namelijk mogelijk een groter proces van stadsontwikkeling in Zeeland te ontwaren. Verder zal voor het onderzoek dus vooral gebruik gemaakt worden van primaire bronnen. Voor een geschikte methode is het onderzoek van Ronald Stenvert naar het verval van Enkhuizen zeer interessant.5 Centrale vraag van dit onderzoek is welke sporen het verdwijnen van circa duizend panden in deze stad achterliet. In Enkhuizen vond een demografische krimp plaats van 22000 inwoners in 1622 naar 6800 in 1796. Stenvert gebruikte opeenvolgende stadsplattegronden om te analyseren waar bebouwing was verdwenen. Herman Diederiks deed een de mografische studie naar het verval van Amsterdam rond 1800.6 Interessant gegeven uit deze studie is dat segregatie van bevolkingsgroepen per stadsdeel wordt aange toond. Bij de afname van de economische nijverheid op de Westelijke en Oostelijke Eilanden in Amsterdam werd dat meteen zichtbaar in de bevolkingsaantallen van de arbeiderswijken rondom deze gebieden. Hiermee werd zichtbaar dat bepaalde sociale klassen bij elkaar in een stadsdeel woonden. Ook Stenvert toonde aan dat de bevolkingsgroepen die sterk aan de handel waren gelieerd in specifieke stadsdelen woonden.7 Dit roept voor het onderzoek naar de Zeeuwse steden heel interessante vragen op. In welke delen van de Zeeuwse steden is de grootste leegloop? Daarop volgend: waar is de meeste morfologische aantasting te verwachten? Aangezien het bestaande onderzoek naar de fysieke krimp van de Zeeuwse steden beperkt is, is het van groot belang de stadsplattegronden zelf als primaire bronnen te gebruiken om de fysieke aantasting te kunnen onderzoeken. Daartoe zijn in dit onderzoek vier ste den gekozen, waarvan de stadsplattegronden uit de zestiende tot en met de negen tiende eeuw met elkaar zijn vergeleken. Hierdoor was het mogelijk de ontwikkeling van de bebouwing in beeld te krijgen. Het onderzoek is beperkt gebleven tot vier exemplarische havensteden op de verschillende Zeeuwse eilanden: op Walcheren Veere en Middelburg, op Schouwen-Duiveland Brouwershaven en Zierikzee. Rede nen voor deze selectie waren de beschikbaarheid van goed kaartmateriaal en ander bronnenmateriaal, maar ook de verscheidenheid in ligging, de verdere ontwikke ling en de economische basis van de steden. Om een duidelijker beeld van de ruim telijke ontwikkeling van de Zeeuwse havensteden te krijgen, wordt nu eerst de geschiedenis van de Zeeuwse steden kort uiteengezet. De grote rivieren de Schelde, de Waal en de Maas monden alledrie uit in het zuidwesten van Nederland. De plaats waar deze stromen de Noordzee bereiken, was uiteraard een strategische plaats om handel te drijven. Dit zorgde dan ook voor het tot bloei komen van verschillende havensteden in dit deltagebied in de veertien de en vijftiende eeuw. Grote zeewaardige schepen brachten handelswaren van en naar internationale bestemmingen. Wanneer zij het deltagebied bereikten om ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 128