Welgestelde wijken 134 GEHAVENDE STEDEN Zierikzee De welgestelde wijken zijn voor het onderzoek de interessantste wijken, hier wa ren de internationale handelaren gevestigd in de bloeitijd van de Zeeuwse steden. Om te vinden waar een concentratie was van deze bewoners, geeft de Oorspronke lijk Aanwijzende Tafel (OAT) van de kadasterkaart uit 1822 een goede indicatie. Van elk perceel is de eigenaar vermeld, zijn beroep en de belastingwaarde van zijn woning. Hierdoor was het mogelijk de percelen in eigendom van internationale handelaren te arceren in de analysekaart. (zie afb. 5) Deze methode geeft uiteraard alleen de situatie weer aan het begin van de negentiende eeuw, waarin al veel han delaren de steden hadden verlaten. De mogelijkheid bestaat dat de verdeling van bewoners over de stadsdelen in voorgaande eeuwen anders is geweest. Dit is echter niet heel waarschijnlijk, omdat een structuur van grote huizen en percelen niet eenvoudig aanpasbaar was. Ook is op de meeste oudere stadsplattegronden te zien dat in dezelfde wijken de grootste huizen stonden getekend. Het is dus alleszins waarschijnlijk dat de verdeling van rijk en arm over de stadsdelen ook in voorgaan de eeuwen zo was. In Zierikzee woonden de rijke burgers in de stadsdelen A, B en D. De oudst beschikbare plattegrond uit 1560 is getekend in een periode dat er waarschijnlijk al bebouwing was verdwenen. In de vijftiende eeuw had namelijk al een groeistagnatie ingezet door herhaaldelijke stadsbranden, pestepidemieën en de verzanding van de Gouwe, de kreek die naar de Oude Haven leidde. Al tussen de twee oudste plattegronden, van 1560 en 1650, zijn de nodige gaten in de bebou wing gevallen. De inval van de Spaanse troepen in 1576 zorgde voor de verwoes ting van tweehonderd huizen en zestig zoutketen.48 De bevolking verarmde sterk door de vele financiële offers die de verdediging vroeg. Op de analysekaart is een duidelijk onderscheid zichtbaar tussen de verschillende stadsdelen: grote aantasting in de wijken rond de Oude Haven, veel minder in wijk E aan de zuidkant van de stad. Dit heeft te maken met de aanleg van het nieuwe havenkanaal dat aansloot op het zuidelijke deel van de stad. Op de latere stadsplattegronden is dit verschil nog duidelijker te zien. In 1680 werd langs de zuidkant van de stad een kade aangelegd, waardoor de Nieuwe Haven in gebruik kwam. Sindsdien was er nog een verdere intensivering van de bebouwing in het zuidelijke deel van de stad. Was er dan toch geen sprake van krimp in Zierikzee? Dit blijkt niet het geval. De Oude Haven kampte voortdurend met verzanding, daardoor was de internationale vloot sterk afgenomen. De rijke handelaren verlieten Zierikzee en vestigden zich in andere steden.49 De Nieuwe Haven bracht vernieuwde welvaart voor de stad, maar dit was op een ander vlak. De oplevende handel in zout en meekrap was nu vooral van regionaal belang, de grote internationale handel kwam er niet mee terug. Daarmee was er ook geen groei van de bovenste bevolkingslaag. De nieuw aangetrokken han delaren vestigden zich voornamelijk in de Nieuwstad, waar de huizen klein en de percelen smal waren, een typische arbeiderswijk. De afbraak van grote leegstaande panden in de welgestelde stadsdelen ging intussen onverminderd door. Gesloten bouwblokken Een kenmerkend proces dat bij het vergelijken van de stadsplattegronden van 1649 en 1696 zichtbaar wordt, is de aantasting van de gesloten bouwblokken. Bij een

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 136