GEHAVENDE STEDEN 137 wegens bouwvalligheid tegen de vlakte.52 In hetzelfde jaar werd ook het huis De Gouden Kop, een groot huis dat eens werd bewoond door de baljuw van Veere, gesloopt.53 Op de OAT van de kadasterkaart is te zien dat de meeste vrijgekomen percelen van deze afgebroken panden als tuin aan de naastgelegen woning werden toegevoegd. Door de vele afbraak besloot het stadsbestuur een sloopbeleid op te laten stellen door de stadsarchitect Adriaan Bommenee.54 Er werd verplicht gesteld bij het afbreken van een woning de straatzijde van het perceel af te bakenen met stenen muren, om te voorkomen dat er grote gaten in de rooilijnen zouden ont staan. Deze tuinmuren werden in de praktijk vaak van de vrijkomende stenen van de woningafbraak gebouwd. De muren zijn ook nu nog op vele plekken te vinden in het stadje. Wanneer we inzoomen op deel D van de stad op de kaart van 1811, is hier alleen nog een groot vrijstaand gebouw te zien. Op de kaart van 1649 zijn hier nog vier gesloten bouwblokken (zie afb. 7). Het grote gebouw is een militai re kazerne in eigendom van het stadsbestuur van Veere. De aanwijzing van Veere als garnizoensstad zorgde voor enige nieuwe bewoners die ook gehuisvest moesten worden. Het is opvallend hoeveel woonhuizen op deze plaats inmiddels al waren verdwenen of blijkbaar voor de bouw van de kazerne zonder al teveel problemen konden worden afgebroken. In de stad werden in het begin van de negentiende eeuw nog twee kazernes gebouwd. Deze verrezen aan de Mijnsherenstraat en de Baljuwstraat, beide in het welgestelde deel C van Veere. Ook dit betrof een ge deelte waar in 1649 nog drie gesloten bouwblokken waren te vinden, alleen de rij woningen aan de oostzijde resteert hier nog in 1811. Van deze kazernes is bekend dat er slechts zeven huizen dienden te worden gesloopt om ruimte te maken, dit lage aantal geeft al aan hoeveel kaalslag er voor die tijd had plaatsvonden.55 Ook rond de stadskerk werd het nodige afgebroken, hier om ruimte te maken voor een militaire wandelplaats, de kerk was namelijk in 1809 tot hospitaal voor de soldaten omgebouwd.56 De Veerse kadasterkaart geeft veel interessante informatie over de afbraak. Zo is er veel samenvoeging van percelen zichtbaar aan doorhalingen. Een goed voorbeeld is te zien bij perceel A321 en A322 in deel C. A322 is een groot braakliggend perceel, dat is samengevoegd met het naastliggende perceel met be bouwing (zie afb. 8). In het lege perceel staat een 'p', wat duidt op 'plaats', deze is dus als tuin toegevoegd aan het pand van de buren. Ook de aanduiding 't' van tuin komt veel voor. Deze samenvoeging van vrijkomende buurpercelen vond heel veel plaats in het negentiende-eeuwse Veere. Ook de bijbehorende tabel laat dit zien: de bestemming 'huis' werd doorgehaald en veranderd in 'erf', zoals is te zien bij perceel A277 (zie afb. 9). In stadsdeel A, de huizenrij langs de Kaai en de haven, is relatief weinig aantasting te zien. De vijftiende-eeuwse verkaveling is hier bebouwd met aanzienlijke huizen, waar oorspronkelijk veel kooplieden woonden. Hier vond een zelfde proces plaats als bij de blokken ten noorden van de Zierikzeese Oude Haven: de huizen aan de representatieve zijde bleven gespaard, terwijl de bebouwing aan de achterzijde van de huizenblokken werd afgebroken of als secundaire bebouwing toegevoegd aan de andere percelen. Ook samenvoeging van buurpanden vond hier plaats. Het hoekperceel met het Huis De Beredans aan de Kaai werd samengetrok ken met het buurpand De Prins van Oranje aan de Markt 2.57 Dat gebeurde ook op de tegenoverliggende hoek van de Kaai met de Markt, waar het pand op de Kaai werd samengetrokken met Markt 1 en 3, de huizen De Wolffe en de Meerminne.58 Die samenvoeging zette steeds verder door, want halverwege de negentiende eeuw

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 139