CPN EN DE WATERSNOODRAMP
149
'Bisamratten'. Zo noemde begin februari 1953 een krant de communisten. Ter
wijl het overgrote deel van het Nederlandse volk na de Watersnoodramp maar één
doel had: helpen, probeerden die politiek voordeel te behalen uit de ramp.1 De
Communistische Partij van Nederland (CPN) speelde bij de Watersnoodramp een
merkwaardige rol. In dit artikel zal ik laten zien dat het optreden van de CPN
na de ramp bijdroeg aan een verdere versterking van het isolement van die partij
binnen de Nederlandse samenleving. Daarbij was er sprake van een wisselwerking:
de partij manoeuvreerde zichzelf in een isolement en werd daarnaast door anderen
geïsoleerd. Ik laat dat zien door het optreden van de CPN na de ramp te schetsen,
alsmede de reactie daarop van de regering, de andere politieke partijen en de media.
In de literatuur over de geschiedenis van de CPN komt de rol van die partij bij
de Watersnoodramp een enkele keer kort aan de orde. In grote lijnen zijn er twee
benaderingen te onderscheiden. Die van de historici die het isolement van de CPN
- dat werd versterkt door haar optreden na de ramp - vooral aan het optreden
van de partij zelf wijten.2 En die van de historici die het optreden van de CPN -
dat weliswaar niet altijd even tactisch was - vergoelijken en het isolement van die
partij vooral aan 'anderen' wijten. Het boek De ramp (2003) van Kees Slager, een
reconstructie van de Watersnoodramp, past bij die tweede benadering. Slager heeft
veel begrip voor het optreden van de communisten na de ramp, hoewel hij ook
aangeeft dat ze niet altijd even tactisch optraden. De regering en andere autoriteiten
negeerden ten onrechte de kritiek van de CPN en de door haar aangeboden hulp.
Ook volgens Slager lag het isolement van de CPN vooral aan 'anderen'.3 Beide
benaderingen zijn mijns inziens te eenzijdig. De stelling die ik in dit artikel zal
uitwerken is, dat de CPN werd geïsoleerd én zichzelf isoleerde: het gaat om en-en
in plaats van of-of.
De CPN
De CPN kwam versterkt uit de Tweede Wereldoorlog. Het prestige van de Sov
jet-Unie en het krediet dat de partij door haar verzetsrol in de oorlog had opge
bouwd leidden tot een grote overwinning bij de Tweede Kamerverkiezingen van
1946; CPN behaalde 10 van de toen nog 100 zetels. De partij was nog nooit zo
groot geweest. In de jaren na 1946 veranderde dat en brokkelde haar positie al snel
weer af. De felle bestrijding van de CPN na het uitbreken van de Koude Oorlog
droeg daar zeker aan bij. Na de machtsovername door de communisten in Praag in
1948 waren er in Nederland tal van anticommunistische maatregelen van kracht
geworden. Dat gebeurde op een breed front: de partij werd bestreden door de over
heid en overheidsorganisaties, door de andere politieke partijen en vanuit de maat
schappij (onder meer door de media, de vakbonden en de kerken). Hierdoor raakte
de CPN in sterke mate geïsoleerd. Tot ver in de jaren zestig was die partij de paria
van de Nederlandse politiek. Aan de andere kant was de CPN er trots op deel uit
te maken van de grote communistische wereldbeweging, die - zeker nadat de com
munisten in 1949 de macht hadden overgenomen in China - een groot deel van
het aardoppervlak beheerste. In ons land verschanste de partij zich achter het eigen
gelijk van het 'wetenschappelijk socialisme'. Ze was ervan overtuigd dat de revolutie
zou komen. Regelmatig liet de CPN het volk weten dat de machtsovername door
de communisten nog maar een kwestie van tijd was.4