CPN EN DE WATERSNOODRAMP 151 Reactie van de CPN Deze oproep van Drees tot eendracht was niet besteed aan de CPN. Het dage lijks bestuur van die partij stelde zondagavond 1 februari een verklaring op die de volgende dag in De Waarheid zou verschijnen.9 Met die verklaring zocht de CPN meteen de confrontatie. De naoorlogse regeringen van Drees en anderen, en in het bijzonder de ministers van Verkeer en Waterstaat, kregen de schuld van de Waters noodramp. Zij hadden volgens het CPN-bestuur de al jarenlang geuite waarschu wingen van deskundigen, Kamerleden en andere overheden in de wind geslagen en hadden prioriteit gegeven aan de 'alles verslindende militarisatie' - waarmee de herbewapening in het kader van de Koude Oorlog werd bedoeld - in plaats van aan dijkversterking. Verder riep de CPN op tot 'nationale, centraal georganiseerde hulp'. De regering daarentegen had de hulp overgelaten aan plaatselijke autoriteiten en particuliere instellingen, in plaats van zelf de regie te nemen. Hierdoor werd er volgens de CPN 'onvermijdelijk' heel veel langs elkaar heen gewerkt en 'kon de prachtige hulpvaardigheid die ons volk onmiddellijk heeft getoond voor een groot deel niet tot haar recht komen'. In een tweede verklaring riep het CPN-bestuur op tot het vormen van een eigen hulporganisatie, de Volkshulpcomités. Het bestuur stond op het standpunt dat alleen een organisatie 'waarin de actieve krachten van de werkende bevolking vertegenwoordigd waren' in staat zou zijn om snel hulp te verlenen. De comités zouden overigens wel bereid zijn samen te werken 'met alle organisaties die geacht kunnen worden representatief te zijn voor de bevol king'.10 Met deze beide verklaringen legde de CPN de koers van de partij in de komende maanden vast. Het is opmerkelijk dat de CPN nog op de dag van de ramp, op een moment dat er nog nauwelijks zicht was op de omvang van de ramp en de hulpverlening met horten en stoten op gang kwam, met een verklaring kwam waarin die hulpverlening scherp werd bekritiseerd. Waarom zocht de CPN meteen de confrontatie? Volgens Ger Verrips (1928-2015), die een geschiedenis van de CPN schreef, ging die partij er na de ramp vanuit met een 'revolutionaire crisissituatie' te maken te hebben.11 Dat lijkt mij wat te ver gaand. Wel zag de CPN de ramp als een uitgelezen mogelijkheid om propaganda te bedrijven voor haar eigen zaak en zo weer een rol van betekenis te gaan vervullen in Nederland. De ramp moest worden uitgebuit door een eigen (voorhoede)rol op zich te nemen en meteen de aanval op de regering in te zetten. De naoorlogse regeringen kregen de schuld van de ramp en de partij richtte Volkshulpcomités op om die voorhoederol bij de hulpverlening te gaan invullen. Visie CPN op de ramp De visie van de CPN op de Watersnoodramp kwam tot uitdrukking in de bericht geving in de eigen media van die partij: in het dagblad De Waarheid, in het maand blad Politiek en Cultuur en in door de partij uitgebrachte brochures. Daarin kwam steeds een viertal thema's naar voren: de schuldvraag, kritiek op de hulpverlening door de regering, kritiek op de hulp van de Westerse bondgenoten en tot slot de wederopbouw. Het eerste thema was de schuldvraag. Zoals we hebben gezien gaf de CPN meteen op 1 februari de naoorlogse regeringen de schuld van de ramp. Een week later koppelde Paul de Groot (1899-1986), algemeen secretaris van het CPN-bestuur en daarmee de machtigste man in de partij, de verwaarlozing van de dijken een-op-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 153