160 CPN EN DE WATERSNOODRAMP van Binnenlandse Zaken Beel werden nauwgezet op de hoogte gehouden. In de BVD-rapportages kwamen drie thema's aan de orde: de strategie en de tactiek van de partij, de agitatie in de praktijk en de hulp vanuit de Sovjet-Unie. Het eerste thema was de strategie en tactiek van de CPN. Volgens de BVD had het partijbestuur zich de grote propagandistische waarde van de ramp onmiddellijk gerealiseerd. De verklaring van het bestuur van 1 februari over de oorzaken van de ramp paste volgens de dienst 'geheel in de tot dan toe aangenomen anti-Westerse houding' van de CPN. Het effect van de verklaring op de publieke opinie was echter 'vrijwel nihil'.62 Propaganda en agitatie waren volgens de BVD de hoofddoe len van de communistische activiteit rondom de Watersnoodramp. Vandaar dat de CPN probeerde de acties zo lang mogelijk te rekken: steeds weer artikelen in De Waarheid, het uitdelen van schoonmaakpakketten in het rampgebied, et cetera.63 De dienst ging ervan uit dat de CPN de indruk wilde wekken de stuwende kracht bij de hulpverlening te zijn (de hiervoor al genoemde voorhoederol).64 Het tweede thema was de agitatie van de CPN in de praktijk. De BVD rapporteer de vooral over de hulpverlening door de Volkshulpcomités en over de kinderuit zendingen. Over de Volkshulpcomités schreef de dienst dat conform de opdracht van het CPN-bestuur in diverse plaatsen comités werden opgericht, overkoepeld door een landelijk comité. Doelstellingen van de comités waren het zenden van hulpploegen naar de rampgebieden, het inzamelen van geld en het verzamelen van adressen voor evacués. Er gingen enkele tientallen hulpploegen naar het rampge bied, maar verder waren de activiteiten zonder al te veel succes. Er werd niet meer dan 68.000 gulden ingezameld (inclusief de 54.000 gulden ontvangen uit de Sov jet-Unie; zie hieronder) en begin maart waren er in Amsterdam nog geen evacués uit het rampgebied ondergebracht. De uitzending van kinderen uit het rampgebied voor vakanties naar het buitenland noemde de BVD '[d]e meest spectaculaire vorm van hulpverlening door het Volkshulpcomité'. Naar Frankrijk gingen enkele groe pen met in totaal 190 kinderen; naar Hongarije gingen 71 kinderen. De BVD con cludeerde dat de CPN door de oprichting van de Volkshulpcomités de weg van de nationale actie voor een meer politiekgetinte hulpverlening inruilde. Waarschijnlijk omdat die hulp anders vooral zou opvallen door 'bescheidenheid'. En dat paste niet bij het zelfbeeld van de CPN als 'voorhoede van de arbeidersklasse'. De CPN streefde ernaar haar prestige in het land te versterken, terwijl volgens de dienst de middelen van de partij 'in feite te gering waren om een dergelijk afzonderlijk op treden te rechtvaardigen'.65 Het derde thema was de hulp vanuit de Sovjet-Unie. De BVD rapporteerde dat de CPN half februari een telegram uit Moskou had ontvangen met de toezegging van een schenking aan de Volkshulpcomités. Volgens de dienst zag Paul de Groot de mogelijkheid om met dat geld de CPN uit zijn isolement te verlossen, door het Na tionaal Rampenfonds tot (afstemmend) overleg over de hulpverlening te 'dwingen'. De CPN-top was volgens de dienst 'zeer ontzet' toen bleek dat het overgrote deel van de één miljoen gulden uit de Sovjet-Unie bij het Nationaal Rampenfonds en het Rode Kruis terecht kwam en slechts een klein deel (54.000 gulden) bij de comi tés.66 Volgens de BVD ging het hier waarschijnlijk om een 'vriendschapsoffensief'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 162