van Russische zijde naar landen in de Amerikaanse invloedssfeer; in Groot-Brittan-
nië en Perzië (waar ook natuurrampen hadden plaatsgevonden) gebeurde hetzelfde.
Het internationaal-politieke belang van de Sovjet-Unie prevaleerde hier dus boven
dat van de communistische partijen in die landen. De Waarheid schreef pas op 26
februari bij welke instanties de Russische financiële hulp was terecht gekomen,
volgens de krant 'met instemming van de E.V.C. en het Volkshulp Comité'. Dat
laatste was volgens de BVD een 'leugentje voor bestwil'.67
CPN EN DE WATERSNOODRAMP
161
Concluderend merkte de BVD op dat de CPN als enige politieke organisatie ge
probeerd heeft politiek voordeel te behalen uit de ramp. Met de oprichting van de
Volkshulpcomités probeerde de partij de algemene en nationale hulpactie te door
kruisen. Het succes daarvan was gering, ook omdat Moskou niet echt meewerkte.68
Kritiek binnen de CPN
Opmerkelijk was dat er ook binnen de CPN veel kritiek was op de opstelling van
de partij; veel partijgenoten vonden dat de partij bij de Watersnoodramp te ver
was gaan. De kritiek richtte zich op de Volkshulpcomités en het verdacht maken
van de regering en de Amerikaanse hulp. Aan die kritiek werd op 7 februari zelfs
een aparte zitting van het Partijbestuur gewijd. Paul de Groot zette zich daar, in de
beste CPN-traditie, scherp af tegen de critici. De geuite kritiek was volgens hem
afkomstig van 'schadelijke sectaristen' die niet wilden inzien 'dat de massa vertrou
wen stelt in de CPN en haar ziet als de leidende nationale kracht'. Ook had hij
harde kritiek op de Amerikanen: 'De Amerikanen zijn geen heilsoldaten, dat zijn
pestsoldaten, imperialistische fascistische soldaten, dat zijn geen mensenredders,
maar mensen-vernietigers, dat zijn beulen, dat zijn slachters. Daar is geen
enkele hulp van te verwachten'. Tot slot eiste hij absolute volgzaamheid van zijn
partijgenoten: 'Als het dagelijks bestuur stelling neemt, dan moet iedere partijge
noot dat absoluut opvolgen. We moeten van iedere partijgenoot een ijzeren
discipline eisen. Wie dat niet doet onmiddellijk afschrijven'. Volgens de historicus
Stutje bereikte De Groot tijdens die vergadering 'een staat van opwinding die aan
hysterie grensde; een volkomen paranoïde reactie waar velen ontzet door waren'.69
Tijdens een volgende zitting van het Partijbestuur, op 28 februari, zei Paul de Groot
dat de CPN 'grote politieke successen' had geboekt door zijn activiteiten na de
ramp. Hij merkte op dat de Amerikaanse en Duitse hulp een fiasco was, waarbij
hij zich wederom zeer denigrerend uitliet over de Amerikanen. De Russische hulp
noemde hij een groot succes; het gewone volk kon zo zien dat de Sovjet-Unie niet
de vijand maar een vriend was. Verder zei hij dat dankzij druk van de CPN de scha
devergoedingen aan de getroffenen waren verhoogd. Hij klopte zich op de borst
met vast te stellen dat de CPN de regeringspolitiek 'volledig ontmaskerd' had.70
Na februari hield de interne kritiek op de houding en het optreden van de CPN
overigens niet op. Tijdens een vergadering van een partij-afdeling in Amsterdam
begin juni was er stevige kritiek op de Volkshulpcomités; opgemerkt werd dat die
de mensen in verwarring hadden gebracht. En verder hadden velen zich geërgerd
aan de manier waarop Paul de Groot sprak over de Amerikaanse hulp; de kritiek
richtte zich onder meer op zijn uitspraak over 'Amerikaanse pestgeneraals'.71
In een rapport over de kritiek binnen de CPN op het optreden van de partijleiding
na de ramp schreef de BVD dat er weliswaar geen sprake was van een algemene
crisis in de partij, maar dat er wel veel onrust was (die wellicht nog werd ver-