Conflictpreventie
14
ZEELAND ONDER VUUR
namisch. Het gewest ondervond meerdere externe bedreigingen, het internationale
handelsverkeer in Vlaanderen werd door politieke onrust benadeeld en verschillen
de vorsten probeerden hun eigen politieke belangen te verzekeren. Hoe reageerden
de Staten van Zeeland op al deze ontwikkelingen en wat was het effect op de orga
nisatie van maritime security?
De periode 1467 tot 1492 werd getekend door oorlogen en sociale en economische
crises.14 Zeeland zelf was echter zelden het toneel van onrust, zeker in vergelijking
met de gewesten Holland en Vlaanderen.15 Desondanks waren de Staten van Zee
land betrokken bij meerdere conflicten. Ten eerste was er een handelsconflict met
de Hanze, ten tweede een internationaal conflict met Frankrijk en ten derde een
intern conflict in de vorm van de Vlaamse Opstanden. Deze drie conflicten hadden
elk een belangrijke gemeenschappelijke factor: ze vormden een bedreiging voor de
maritieme activiteiten en veiligheid van Zeeland en haar inwoners. De rol van de
Staten van Zeeland zal in deze drie conflicten onderzocht worden. Waren er bepaal
de belangen in de conflicten die het handelen van de Staten beïnvloedden? Werd
er afzonderlijk gewerkt aan oplossingen of werkten de Staten samen om tot een
resolutie te komen? Hadden de Staten van Zeeland überhaupt enige zeggenschap
in het verloop van de drie conflicten?
Bestand na bestand: onderhandelingen met de Hanze
De relatie tussen de Nederlandse kustgewesten en de Wendische Hanze - bestaande
uit de steden Lübeck, Hamburg, Lünenburg, Rostock, Wismar en Stralsund - was
sinds de eerste Wendische oorlog (1438-1441) erg kwakkelend. De bestanden die
na het afsluiten van het eerste bestand in 1441 werden gesloten, waren telkens maar
enkele jaren houdbaar. Elke keer dat er opnieuw een bestand zou aflopen liepen de
spanningen hoog op, waarbij kleine akkefietjes onvermijdbaar waren. Desondanks
kwamen de bewindvoerders telkens opnieuw tot een overeenkomst.16
Een goed voorbeeld hiervan vindt plaats in november 1470. Verschillende Hanze-
schepen blokkeerden destijds de toegang tot de Schelde.17 Dergelijke acties brach
ten schade toe aan zowel koopvaardij als visserij, maar de Staten ondernamen geen
tegenactie. Het is goed mogelijk dat de Staten de aankomende onderhandelingen
wilden afwachten. Beide partijen hadden klaarblijkelijk geen belang bij een escala-
tie.18 Eind september 1471 kwamen de edelen en steden van Holland en Zeeland
op verzoek van de steden bijeen in Den Haag. De reden hiervoor was dat het
huidige bestand al in oktober zou verlopen. In de bronnen komt duidelijk naar
voren dat de Staten zich op deze dagvaart afvroegen hoe zij zichzelf het best konden
verdedigen als de Wendische steden in oproer kwamen.19 Het was een probleem
dat de Staten zelf moesten oplossen. De vorst had met betrekking tot de Hanze-
geschillen namelijk een laissez-faire beleid: enkel wanneer er grotere diplomatieke
belangen waren werd er ingegrepen.20 De routineuze wijze waarop er vervolgens
bestanden werden gesloten is in Dagvaarten Zeeland duidelijk terug te zien. On
danks de spanningen die hieruit voortkwamen is het tot een groots conflict in deze
onderzoeksperiode niet gekomen.