ZEELAND ONDER VUUR 25 steden maakt daarnaast duidelijk dat de steden niet uit waren op het voeren van een oorlog ter zee, maar zichzelf zoveel mogelijk hiertegen trachtten te beschermen. Het geeft echter ook het gemeenschappelijke belang weer om een zo vreedzaam mogelijke situatie in hun viswateren en koopvaardijroutes te waarborgen. Organisatie in tijden van chaos Met het overlijden van Karel de Stoute in 1477 kwam er een einde aan zijn stren ge en strikte beleid, maar het onverwachtse van zijn dood gaf aanleiding tot een lichte chaos onder de Bourgondische gewesten. Dankzij Karels vele oorlogen was er van een Bourgondisch leger weinig sprake meer. Het betekende een vuurdoop voor de Staten-Generaal, die het nu op zichzelf namen om zich tegen de Fransen te bewapenen. De Staten-Generaal stelden al snel voor dat er een troepenmacht van 34.000 man op de been zou worden gebracht, waaraan Holland en Zeeland geza menlijk 6000 man zouden bijdragen. Dit aantal werd uiteindelijk verminderd tot 5000 man, waarbij 36 oorlogsschepen ten behoeve van maritieme bescherming uit gerust zouden worden.112 In samenwerking met Brielle zouden de Zeeuwen twaalf van deze schepen uitrusten.113 De goede band die de Staten van Zeeland en Hol land op maritiem gebied hadden opgebouwd lijkt in een vanzelfsprekende samen werking te hebben geresulteerd. Het gezamenlijke optreden kon in het algemeen succesvol worden genoemd, ondanks enkele tegenslagen. Zo waren de intenties van de Staten met deze verdedigingsmaatregelen goed bedoeld, het onderscheid tussen vijandelijke en niet-vijandelijke schepen wilde nog wel eens vervagen onder de op buit beluste bemanningen. Neutrale Engelse, Bretonse en Genuese schepen waren hiervan regelmatig de dupe.114 De jaren 1477 tot 1482 stonden in het teken van de bewapening en beveiliging ter zee. De Staten van Zeeland individueel, maar ook tezamen met de Staten van Holland, kwamen in deze periode meerdere malen bijeen om de maritieme maat regelen te bediscussiëren.115 Wederom is te zien dat de steden, op lokaal niveau enkele keren aangevuld door de kustdorpen, de leiding namen in de organisatie. Pas wanneer de afhandeling van de financiën werd besproken werden de abt en edelen opgeroepen.116 De grote vraag die in deze periode steeds opduikt is hoe de beveiliging en bewapening bekostigd moest worden. Tolheffing op de haring en het uitvaardigen van ordonnanties zijn enkele van de middelen waarmee de benodigde gelden werden verkregen. Het is niet verrassend dat de financiering van beschermingsmaatregelen in deze chaotische tijden hoofdzaak was voor de Staten. De belastingdruk was onder het graafschap van Karel de Stoute verdrievoudigd en het einde van de problematiek was nog niet in zicht.117 De Nederlandse kustgewesten namen niet alleen een defensieve houding aan op het gebied van maritieme organisatie. In 1480 werd een groots opgezette aanval op de Fransen georganiseerd. In het voorjaar werden er door de vorst meerdere dag vaarten geconvoceerd, waar over een nieuwe bewapening ter zee werd gesproken.118 Begin juni kwamen de steden en edelen van Zeeland bijeen om te praten over de uitreding en het zeewaarts opstellen van de bewapening en oorlogsschepen.119 De aartshertog en hertogin staan het verzoek van edelen en steden van Holland, Zee land en West-Friesland toe, om een kraak op te zetten en hiervoor zestien oorlogs schepen uit te rusten. Vanuit de gewesten werd er namelijk geklaagd over het feit dat door Frankrijk ingehuurde zeerovers en oorlogsschepen zich liggend hielden in

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 27