ZEELAND ONDER VUUR
27
Utrechtse oorlog, wat een zaak zou zijn van Holland en de vorst.127 In de dagvaar
ten is duidelijk terug te zien hoe de ontevredenheid van de Staten van Holland
ten opzichte van de terughoudendheid van de Zeeuwse Staten tot deze oorlog zich
ontwikkelde.128 De eeuwenoude bond tussen Zeeland en Holland stond dan ook
onder druk.
Uit Dagvaarten Zeeland blijkt echter geen verdere aanleiding voor de Staten van
Zeeland en Holland om uiteen te gaan. De argumentatie van historicus Peter Sig-
mond, dat de Utrechtse Oorlog een directe aanleiding was, valt dan ook te betwij
felen.129 Deze oorlog lijkt alleen de druppel te zijn die de emmer deed overlopen.
Volgens Sigmond en Smit, Burgers en Van der Vlist zouden de Staten van Zeeland
en Holland elkaar alleen nog treffen in zaken waarin gemeenschappelijke belangen
een rol speelden, of wanneer de Staten-Generaal, die sinds 1464 opereerde, zou
vergaderen.130 Met deze uitspraak zijn de ontwikkelingen echter tekort afgedaan. In
de jaren 1480 en 1490 zouden de Staten van Zeeland en Holland elkaar vaak nog
meerdere malen per jaar treffen. Kijkend naar alleen dagvaarten met betrekking op
maritime security - waarvan het aantal de andere dagvaarten overschaduwt - is er
namelijk geen duidelijk verschil te zien. De organisatie van maritime security was
een zaak waarin beide gewesten een gemeenschappelijk belang hadden en samen
werking essentieel was. Van een grootse scheiding waar in de huidige literatuur
naar verwezen wordt lijkt in de praktijk dan ook geen sprake te zijn geweest. Beide
Staten bleven samenkomen over zaken waarin zij een gemeenschappelijk belang
hadden, voornamelijk zaken met betrekking op maritime security. Dat er in deze
periode minder contact plaatsvond kan tevens te wijten zijn aan interne politieke
worstelingen die met de Vlaamse Opstanden waren ontstaan en ook in Holland tot
veel partijstrijd leidden.
In maart 1486 - de 'rustperiode' tussen de twee Vlaamse Opstanden - kwamen de
grote en kleine steden van Zeeland en Holland weer bijeen om te praten over de
verdediging tegen Franse agressie op zee. Dit was althans de intentie. De bronnen
kunnen niet met zekerheid zeggen of de dagvaart heeft plaatsgevonden, doordat er
geen reiskosten zijn overgeleverd. Voorafgaand aan een volgende afspraak met de
Staten van Zeeland kwamen de Staten van Holland intern en met de Staten van
Vlaanderen, Brabant en admiraal Filips van Kleef bijeen. Pas eind mei zouden de
steden van Zeeland met die van Holland bijeenkomen om de uitreding van nieuwe
oorlogsschepen te bespreken.131 De Hollandse steden lijken dan ook weinig gemo
tiveerd te zijn om opnieuw met hun Zeeuwse confraters samen te werken. Deze
terughoudendheid is een indicatie van verslechterde relaties tussen de voorheen zo
gebroederlijke gewesten. De centrale ligging van Zeeland tussen Holland, Brabant
en Vlaanderen in gaf Zeeland echter een cruciale positie in het opzetten van een
degelijke maritieme bescherming. Dat er uiteindelijk eind mei 1486 bijeengeko
men werd met beide Staten kan een indicatie zijn dat dit besef ook bij de steden
van Holland was ontstaan.
Eigen bijeenkomsten van de Staten van Zeeland lijken geen resultaten te hebben
opgeleverd.132 Overleggen met Holland brachten meer resultaten voort. Aan de
hand van dagvaarten gehouden tussen de Staten van Zeeland en de vorst, en tussen
de Staten van Zeeland, Holland en de vorst, kan een mogelijke uitkomst worden
gereconstrueerd. Hieruit valt af te leiden dat het besluit werd genomen om oorlogs
schepen uit te rusten die zouden worden ingezet om de koopvaardij en haringvisse-