Dankwoord
ZEELAND ONDER VUUR
35
gewicht in de onderhandelingen hebben gelegd, wat het aannemelijk maakt dat
beslissingen weinig invloed hadden op de staat van maritime security. Pas in de
jaren 1520 ontstonden er opnieuw maritieme conflicten, waarin ook de admiraal
een belangrijke rol was toegewezen.166 Het ligt echter buiten het bereik van dit
onderzoek om te kunnen zeggen of de Staten zich toen wederom inlieten met de
organisatie van maritime security en of de broederlijke samenwerking met de Staten
van Holland een terugkeer maakte.
Dit onderzoek heeft laten zien dat er vanuit de regionale geschiedenis nieuwe per
spectieven op historische debatten te vinden zijn. Het ontstaan van de Staten-Gene-
raal wordt in de literatuur al snel als een wapenfeit genoteerd, maar wat betekende
deze gewestoverstijgende instantie bijvoorbeeld voor de Staten van de afzonderlijke
gewesten? In dit onderzoek komt duidelijk naar voren dat voor de Staten van Zee
land deze instantie van groot belang was om enige invloed uit te kunnen oefenen
op de nationale en internationale politiek. De overgang van een feodale bestuurs
vorm naar een standenvertegenwoordiging is eveneens op regionaal niveau waar te
nemen, waarbij vooral de snel toenemende invloed van de steden een aanvulling is
op bestaande literatuur.167 De waargenomen gewestelijke individualisering en groei
van de steden in hun bestuurspositie baanden de weg voor de bestuursorganen die
in de Gouden Eeuw tot bloei zouden komen. Voorgaande bevindingen tonen aan
dat onderzoek naar regionale geschiedenis van waarde is om grootschalige histori
sche structuren beter in context te kunnen plaatsen.
Het is nu mogelijk een antwoord te geven op de vraag naar de rol die de Staten
van Zeeland speelden in de kustverdediging van de Zeeuwse eilanden en de mari
tieme bescherming van handel en visserij - ofwel maritime security - in de periode
1467-1506. Deze rol is niet groot geweest. Betreffende conflictpreventie konden
de Staten van Zeeland als afzonderlijk gewest weinig invloed uitoefenen. De kust
verdediging was een aangelegenheid van de lokale Staten, waarvoor de Staten van
Zeeland niet als geheel bijeenkwamen. Alleen in één van de drie attributen van
maritime security speelden de Zeeuwse Staten een grote rol: de bescherming ter zee.
Deze heeft echter in continue samenwerking met de Staten van Holland plaats
gevonden. De positie van de Staten van Zeeland binnen deze samenwerking kan
uit de bronnen niet duidelijk worden. Wanneer er echter uitgegaan wordt van het
positieve scenario dat beide Staten evenveel te zeggen hadden, dan was de invloed
van de Staten van Zeeland op maritime security als geheel alsnog erg klein.
Dit artikel komt voort uit mijn afstudeeronderzoek 'Zeeland onder vuur: Orga
nisatie van maritime security door de Staten van Zeeland, 1467-1506' geschreven
aan de Universiteit Leiden onder begeleiding van prof. dr. Louis Sicking, die ik
dank voor zijn begeleiding en commentaar op een eerdere versie van deze tekst.
Daarnaast wil ik graag mijn partner, Manon Vogels, bedanken voor haar voortdu
rende ondersteuning en kritische blik op mijn onderzoek. Tot slot mijn dank aan
de Werkgroep Cultuurhistorie (WCH) van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen voor het nomineren van mijn werk voor de Roggeveenprijs en
het daarmee mogelijk maken van deze publicatie.