Niet ifler oyt van God Toocleynen flecht gefchapen, Of 'twijft fijn Schepper aan s Men kan uyt alle dingh ghelijck met handen rapen, Dat God dat heeft ghedaan (den Siet maar een plantjen aaneen ftruyckjen kleyn van waar- Het toont dat God daar is, Want JtWcIèn dat het heeft, koomt niet eerft nyt der aarden. Maar van Gods macht ghewis; Het Leven dat het heeftkan niemand haar oock geven Dan God diebovenleeft C 3 Wan- 'SCIENTIA' IN MIDDELBURG 47 Afb. 1. Fragment uit De Zeeusche Nagtegael (1623), derde gedeelte, p. 21, met een duidelijke verwijzing naar de religieuze drijfveren van de Zeeuwse wetenschap: twee heren loven de groot heid Gods, naar aanleiding van het aanschouwen van een tulp en een andere exotische plant. Gravure naar een tekening van Adriaen van de Venne, vermoedelijk gesitueerd in de tuin De Lauwer-Hof(Afb. 10), gelegen direct achter de winkel en drukkerij van zijn broer Jan Pietersz van de Venne aan de Korte Burg te Middelburg (Afb. 16).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 49