Casus 1: Isaac Beeckman 48 'SCIENTIA' IN MIDDELBURG In dit verband wil ik allereerst stilstaan bij de in Middelburg geboren en getogen natuurfilosoof Isaac Beeckman, die volgens zijn biograaf Van Berkel een crucia le, maar wellicht niet altijd erkende rol heeft gespeeld in het veranderingsproces dat we aanduiden als 'de wetenschappelijke revolutie'.7 Beeckman was opgeleid als kaarsenmaker en buizenlegger, maar studeerde ook wiskunde, theologie en ge neeskunde. Hij was dus zowel ambachtsman als geleerde. Van Berkel karakteriseert hem dan ook als "in zekere zin de missing link tussen de artisanale kennis en de wiskundige wetenschap".8 Beeckman is vooral bekend vanwege zijn grote invloed op René Descartes, die hij in 1618 te Breda ontmoette en die zijn corpusculaire deeltjestheorie - waarop Descartes zijn invloedrijke natuurfilosofie bouwde - gro tendeels ontleende aan Beeckmans ideeën.9 Een door Beeckman nagelaten hand schrift - bewaard in de Zeeuwse Bibliotheek - geeft een prachtig inzicht in het proces van kruisbestuiving tussen praktische ervaring, toegepaste wiskunde en na tuurfilosofisch redeneren, elementen die dus gezien worden als van cruciaal belang voor de nieuwe wetenschapsontwikkeling. Maar hoe kwam Beeckman aan zijn ideeën? En waar deed hij ze op? In Leiden, waar hij in de jaren 1607-1610 studeerde? Of eerder, bij zijn vader en diens vrien den in Middelburg? In een eerder essay uit 1988 over de natuurwetenschappen in Zeeland schreef Van Berkel dat er volgens hem in Zeeland "weinig te merken [was] van een practisch wetenschappelijke subcultuur van gelijkgestemden".10 Een jaar eerder had Willem Frijhoff in zijn studie over de Illustre School van Middelburg juist geschreven dat er in Zeeland wellicht sprake was van een "eigen traditie van autodidactische, in elk geval extra-universitaire belangstelling voor heel het we tenschapsgebied dat van de theoretisering van techniek via de praktische naar de theoretische natuurwetenschappen liep".11 Zelf heb ik over de astronomische be langstelling in Zeeland geschreven dat ik het nauwelijks voorstelbaar vond dat er geen "netwerk van gelijkgestemden" aan alle activiteiten ten grondslag lag.12 Gaan we nu meer en detail naar Beeckman kijken, dan zien we allereerst dat zijn slimme - maar religieus zwaar op de hand zijnde - vader theologisch en prak- tisch-technisch bijzonder onderlegd was. Abraham Beeckman voerde felle dis cussies met de Middelburgse kerkenraad.13 Zijn intellectuele contacten logen er niet om: in zijn netwerk komen we tegen (1) de predikant-astronoom Philippus Lansbergen (1561-1632), tot 1613 wonend in Goes, maar al in 1600 correspon derend met vader Abraham Beeckman.14 (2) Een tweede contact van Abraham was de 'vernufteling' Cornelis Drebbel. Deze construeerde in 1601 een fontein in Middelburg, waarschijnlijk samen met Abraham Beeckman.15 In elk geval krijgt zoon Isaac later alle nieuwtjes over Drebbel via zijn vader, waaronder de wereldwijd oudst bekende schets van een samengestelde microscoop.16 Hoogstwaarschijnlijk was Drebbel daar de uitvinder van. Een dergelijke microscoop zou omstreeks 1619 bij Drebbel zijn gezien door de Zeeuwse diplomaat Willem Boreel, tijdens een diplomatieke missie naar Londen.17 (3) Een oud contact was verder de humanis tische koopman-geleerde Johan Radermacher de Oude (1538-1617), die zich in 1599 vanuit Aken in Middelburg had gevestigd.18 Abraham Beeckmans in 1581

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 50