'SCIENTIA' IN MIDDELBURG 53 gezien voor de uitvinding van de verrekijker. In die werkplaats immers werd helder kristallijn glas (cristallo) gemaakt en mogelijk ook het vlakke spiegelglas waaruit vroege plano-convexe en plano-concave verrekijkerlenzen doorgaans werden gesle- pen.47 Zo'n speciale werkplaats voor het vervaardigen van spiegels bestond in elk geval vanaf 1607, toen op een erf buiten de oude Seispoort, in de eerste punt van de stadswal, een "overdecte bane om spigele te wercken" werd gecreëerd.48 Daarmee was Middelburg vrij uniek. Alleen in Amsterdam was er sinds 1602 ook een glas werkplaats, waar eveneens met Italiaanse arbeiders glas, maar ook kristalspiegels, werden gemaakt.49 Zelfs vanuit Engeland werd tot ongeveer 1615 het spiegelglas doorgaans uit Middelburg geïmporteerd.50 Die Engelse connectie behoeft trouwens geen verbazing. De banden tussen Zee land en Engeland waren sowieso sterk. Op Walcheren was Vlissingen tussen 1585 en 1616 een Engelse pandstad waar voortdurend Engelse troepen waren gelegerd. Er was mede daardoor een intens handelsverkeer. Bovendien leefde in Londen een grote groep Zuid-Nederlandse emigranten met familie op het continent, en om gekeerd woonden ook in Middelburg de nodige Engelse kooplieden. Het fraaie gebouw van de vroegere Engelse Kerk legt van die aanwezigheid nog steeds getui genis af. Academische colleges Maar ook het intellectuele landschap ten tijde van Lipperhey's werkzaamheid lijkt een belangrijke randvoorwaarde te zijn geweest. Zo was om de hoek bij Lipper- hey, namelijk bij de voet van de Abdijtoren, in 1594 een jaarlijks terugkerende reeks academische colleges gestart.51 Genoemde colleges waren het resultaat van de wens van de stedelijke overheid dat in Middelburg toch nog een heuse universiteit zou worden opgericht. Die universiteit was namelijk in 1575 net aan de neus van Middelburg voorbij gegaan. Best jammer, want in het jaar daarvoor was het juist de Classis Walcheren geweest die aan de stadhouder, prins Willem I, het verzoek had overgebracht tot het creëren van een deugdelijke predikantenopleiding. De prins had toen voor zo'n academie twee plaatsen gesuggereerd: Middelburg, dan wel Leiden. Het werd dus Leiden waar - op gezag van de prins maar nog met het zegel van koning Filips II - de eerste universiteit van de Noordelijke Nederlanden is opgericht. De oprichting van een universiteit was vanouds een vorstelijk voorrecht. Toen uit eindelijk duidelijk werd dat de diverse Nederlandse provincies die soevereiniteit zelf op zich namen, was de oprichting van een universiteit dus aan die provinciebe sturen voorbehouden. Friesland werd zo de eerste plaats waar in 1585 op soeverein provinciaal initiatief een universiteit tot stand kwam. Daarmee herleefde ook in Zeeland de hoop op een eigen universiteit, te beginnen met de academische onder bouw, een zogenaamde 'Illustre School' zonder promotierecht. Dit naar het model van de opleiding die in 1578 in het Noord-Vlaamse Gent had gefunctioneerd. In juni 1590 namen de Staten van Zeeland inderdaad de stap om een dergelijk academische instelling tot stand te brengen. In het voorjaar van 1592 werd de uit Schotland afkomstige John Murdison (c.1568-1605) aangesteld als praeceptor (on dermeester) bij de Latijnse School, met als extra opdracht om, in afwachting van de daadwerkelijke oprichting van een Illustre School, alvast 'publicque lessen' in de natuurfilosofie te verzorgen. Vanaf 1593 zijn die openbare colleges inderdaad ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 55