Een locatie gunstig voor wisselwerking 'SCIENTIA' IN MIDDELBURG 63 filosofische werken bestond. Maar onder de 81 als medisch geclassificeerde boeken bevinden zich verscheidene alchemistische klassiekers. Bijvoorbeeld De Transfigura tion Metallorum Libellus (1559) van de heremiet Morienus Romanus (een tekst uit de zesde eeuw gebaseerd op Arabische overlevering), of De Lapide Philosophorum en De Ars Magna, beide van de Spaanse Franciscaan Raimond Lulli (c.1232-1315), of Paracelcus' LabyrinthusMedicorum Errantium (1553), maar ook het meer recen te De Alchemiae Difficulatibus (1594) van de Zeeuw Theobald van Hoghelande. Daarnaast kwamen ook wat oudere magische werken onder de hamer, zoals de Monas Hieroglyphica (1567) van de Engelsman John Dee (1527-1608) of het boek De Occultis Naturae Miraculis van de Zeeuwse arts Levinus Lemnius (1505-1568). Anderzijds ontbraken recente boeken evenmin, zoals de Dilucidae simplicium me- dicamenorum explicationes (1605) van Pena De L'Obel. Hoe het ook zij, samen met een paar andere veilingcatalogi die uit deze tijd zijn overgeleverd,126 legt deze boekenlijst op zichzelf ook al getuigenis af van een duidelijke lokale interesse in zowel natuurlijke als bovennatuurlijke fenomenen. Met de hierboven genoemde voorbeelden mag voldoende overtuigend zijn aange toond dat de voor de vroege wetenschapsontwikkeling zo vruchtbaar veronderstel de wisselwerking tussen kooplieden, geleerden en artsen rond 1600 in Middelburg ruimschoots aanwezig was. Van belang is nu verder de vraag waar konden deze 'weetgierige' groepen elkaar zoal tegen komen? In elk geval was dat beslist het geval in het gebied direct in en rond de oude Abdij. Daar was zowel de koopmansbeurs als de Zeeuwse munt gevestigd en in de nabij gelegen geschutsgieterij waren ook veel handwerkslieden werkzaam. Opmerkelijk genoeg was dit dus ook de plek waar in de Nieuwe Kerk de academische colleges werden gegeven. Dit alles valt op een plattegrond van Middelburg met het straten plan van vóór 1940 nader aan te wijzen (Afb. 15). Die detailkaart geeft een interessant overzicht. Dicht opeen gepakt kunnen we hier de locaties aanwijzen van (1) de Latijnse School, waar rector Jacobus Gruterus woonde en van waaruit de publieke colleges werden verzorgd. In de daarop aan sluitende Lombardstraat woonde Clusius' correspondent, de stadsarts Tobias Roels, in (2) het huis De Sonnewijser, aan de kant van de Korte Burg. Om de hoek, op die Korte Burg bezat Roels ook een huis, vrijwel naast (3) de woning van zijn collega-stadsarts De L'Obel. Na diens vertrek naar Engeland in 1596 werd diens huis omgevormd tot de boekhandel-uitgeverij van Adriaen van de Vivere, na 1618 voortgezet door de gebroeders Van de Venne (Afb. 10 en 16). Pal naast dit bedrijf lag de in de jaren 1590 gebouwde de Koopmans- of Heren- beurs (4), waar de Zeeuwse kooplieden hun zaken deden (Afb. 17). Op de daaraan grenzende Balans lag dan weer het woonhuis van de botanische liefhebber Jacques Noirot (5), met twee huizen verder het woonhuis van de rekenmeester Johan Coutereels, bekend vanwege zijn vele boekhoudkundige leerboekjes (6).127 Vanuit de koopmansbeurs kon men via het abdijplein en de kloostergangen direct door-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 65